In hoger beroep 12 jaar cel geeist voor doden 64-jarige vrouw in Zoe..


23 september 2015 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft twaalf jaar cel geeist tegen een inmiddels 42-jarige vrouw die ervan wordt verdacht een 64-jarige vrouw in haar flat in Zoetermeer te hebben doodgestoken. De levensberoving vond plaats op of omstreeks 15 november 2010. Verdachte en slachtoffer
woonden in dezelfde flat aan de Hoevenbos en op dezelfde galerij. Verdachte zou regelmatig bij het slachtoffer hebben gebedeld om geld en sigaretten.

Het lichaam van het slachtoffer werd op 17 november 2010 door haar dochter in haar flatwoning gevonden. Ze lag in een plas opgedroogd bloed en was overleden. Ze had meerdere snijwonden in hals en gezicht. Het politieonderzoek in 2010 kwam al bij verdachte uit. Zij werd drie weken na het
levensdelict aangehouden. Uiteindelijk leverde uitgebreid onderzoek gedaan naar een in het bloed gevonden afdruk van een schoen toch weer opnieuw aanwijzingen in haar richting op. Deze schoenen waren bijzonder. Verdachte had zulke schoenen. Verdachte is toen opnieuw aangehouden en vervolgd.

Het OM is van mening dat, na een onderzoek in volle breedte ook in hoger beroep, het verdachte is geweest die het slachtoffer opzettelijk om het leven heeft gebracht en dat sprake is van doodslag. In de visie van het OM heeft het slachtoffer op de bewuste dag de deur geopend voor de verdachte,
die om sigaretten vroeg, en liet haar binnen. Verdachte kende zij goed. Uit het onderzoek dat gedaan is naar de afdruk van de schoen in het bloed, is gebleken dat dit dadersporen zijn. Verdachte was op de bewuste dag in het bezit van de desbetreffende schoenen, in dezelfde maat en die droeg
zij in de visie van het OM ook, ondanks dat verdachte heeft verklaard dat ze ze was kwijt geraakt of had weggegooid. Ook bekeek ze in de periode tussen 15 en 18 november internetsites over forensisch onderzoek. "Dit en meer maakt dat het OM wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte het
slachtoffer om het leven heeft gebracht."

De advocaat-generaal vindt dat een celstraf van een aanzienlijke duur op zijn plaats is. "Het slachtoffer, een vrouw op leeftijd, is als vrijwel weerloos slachtoffer gedood. Ze stond altijd klaar voor anderen, ook voor verdachte. Het slachtoffer heeft niet de kans gekregen om van haar pensioen
te genieten en te zien hoe het leven van haar dochter verdere invulling zou krijgen. Haar dood heeft enorm verdriet en rouw bij haar nabestaanden bezorgd. Verdachte is daarvoor verantwoordelijk. Door het zwijgen van verdachte zijn allerlei andere mensen keer op keer gehoord en krijgen de
nabestaanden op geen enkele wijze uitleg over en inzicht in het waarom."

Verdachte heeft niet heeft meegewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek. Ze verblijft wel al lange tijd in een psychiatrisch ziekenhuis en daarvoor in een Psychiatrisch Penitentiair Centrum. "Een en ander doet vermoeden dat al langere tijd sprake is van een psychiatrisch ziektebeeld. Dit biedt
echter in de visie van het OM onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte ten tijde van het gepleegde strafbare feit leed aan een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Onder deze omstandigheden kan volgens het OM niet anders dan
vastgesteld worden dat verdachte toerekeningsvatbaar is."

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot tien jaar cel na een eis van de officier van justitie van acht jaar en TBS met dwang. De verdachte stelde hoger beroep in.

Voor het geval het hof wel aanleiding ziet TBS op te leggen, dan wil de advocaat-generaal dit in combinatie met een celstraf van acht jaar.

Het hof doet uitspraak op 28 oktober.

Deel dit op

*