Drie jaar cel geeist wegens brandstichting


23 september 2015 - Arrondissementsparket Amsterdam

De officier van justitie in Amsterdam heeft vanochtend een onvoorwaardelijke celstraf van drie jaar geeist tegen een 20-jarige man uit Amsterdam. De man wordt ervan verdacht op 21 januari 2015 rond 03.00 uur brand te hebben gesticht in twee panden aan de Ceintuurbaan in Amsterdam.

Toen de politie ter plaatse kwam, zagen zij voor een van de panden een jerrycan staan die naar benzine stonk. Nadat de brand geblust was, constateerde de brandweer dat er een brandbare vloeistof langs de gevels van de twee percelen was gegoten. Ook constateerde de politie dat op een van de
ramen een affiche van Charlie Hebdo was geplakt.

De 20-jarige man die vandaag terecht stond voor brandstichting, stond op het moment van de brand tegenover de panden te kijken. Hij verklaarde toen tegen de politie twee jongens in rode trainingspakken te hebben zien wegrennen. Na onderzoek van de camerabeelden van een aantal tankstations in
de buurt bleek deze zelfde 20-jarige man zelf zichtbaar op de beelden. Hij kocht een jerrycan en vulde die met benzine. Op 3 maart 2015 is hij door de politie als verdachte aangehouden. Sinds 6 maart zit hij in voorlopige hechtenis.

Noch bij de rechter-commissaris, noch bij de raadkamer heeft de man willen verklaren en op twee eerder gehouden pro forma zittingen is de man niet verschenen. De man wilde niet meewerken aan een reclasseringsonderzoek en ook niet aan een persoonlijkheidsonderzoek. Vandaag gaf hij ter zitting
wel een korte verklaring. Hij zei dat hij die bewuste avond op weg was naar kennissen toen twee jongens hem vroegen een jerrycan met benzine te halen. Omdat het landgenoten waren, wilde hij dat wel voor hen doen, zo verklaarde hij. Op zitting vanochtend weigerde hij in te gaan op vragen van de
officier en de rechtbank over deze twee jongens.

Omdat de verdachte weinig heeft willen verklaren, is het motief voor de brandstichting niet komen vast te staan. Uit het strafdossier van de verdachte blijkt evenwel dat hij is geradicaliseerd. De man heeft eerder aangegeven dat hij naar Syrie wilde gaan om te vechten en onderzoek van zijn
telefoon wees uit dat de verdachte contact heeft gehad met nummers die toebehoren aan personen die zijn uitgereisd naar Syrie of een poging daartoe hebben ondernomen.

Omdat het motief niet kan worden vastgesteld en dus ook niet bewezen kan worden verklaard, stond de man vandaag alleen op verdenking van brandstichting terecht. De officier in haar requisitoir: "Brandstichting is een zeer ernstig misdrijf. Na moord en doodslag in ons Wetboek van Strafrecht het
ernstigste delict. Nu er bij verdachte ook sprake is van radicalisering in het delict nog ernstiger. Ook het recidivegevaar lijkt daardoor zeer hoog". De officier is dan ook van mening dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur nodig is ter bescherming van de maatschappij.

Deel dit op

*