Luchtvaartindustrie verliest het opnieuw van consument in strijd passagiersrechten

Luchtvaartindustrie verliest het opnieuw van consument in strijd passagiersrechten

Amsterdam, 17 september 2015 – Passagiersrechten zegevieren wederom: KLM verliest terrein na een uitspraak van het Europees Hof van Justitie vandaag. De voorbeeldrechtszaak zou invloed kunnen hebben op miljoenen vliegtuigpassagiers in Europa en de luchtvaartindustrie kan met de uitspraak opnieuw een tegenslag toevoegen aan een reeks van verliezen.

Het hoogste rechtsorgaan van Europa oordeelde vandaag dat technische problemen, de meest voorkomende reden voor vluchtvertragingen en annuleringen, in principe voor rekening van de luchtvaartmaatschappij komen. Technische problemen vallen niet onder een buitengewone omstandigheid, ook niet wanneer deze zich onverwacht voordoen. De wettelijke schadevergoeding aan passagiers, die kan oplopen tot € 600,- per persoon, moet in een dergelijk geval dan ook gewoon uitbetaald worden.

KLM vs. Van der Lans

In 2009 liep passagier Corina van der Lans een vertraging op met KLM. Als gevolg van een technisch probleem kwam zij met haar vlucht van Quito Airport (Ecuador) in totaal 29 uur later aan in Amsterdam dan gepland. Volgens KLM was er geen recht op een vergoeding omdat het technisch mankement kort voor vertrek van de vlucht geconstateerd werd, na de reguliere ‘pre-flight checks’. In de wetgeving waarin de rechten van passagiers zijn vastgesteld staat niet expliciet uitgelegd in welke gevallen een vertraging of annulering tot de categorie van ‘overmacht’ gerekend mag worden. Deze beoordeling moet daarom per geval door een rechter gedaan worden. De Nederlandse rechter die de zaak van Van der Lans behandelde besloot daarop het Europees Hof van Justitie om opheldering te vragen over de vraag waar de operationele verantwoordelijkheid van een luchtvaartmaatschappij ophoudt met betrekking tot onvoorziene technische problemen. Een primeur, aangezien de Europese Unie zich nooit eerder over dit vraagstuk boog. Corina van der Lans: “De procedure is al jaren gaande, het is een ingewikkelde operatie die veel werk en tijd vergt.”

Het Hof: 'Een technisch probleem zoals in de zaak van Van der Lans kan niet onder het begrip buitengewone omstandigheden vallen'. De luchtvaartmaatschappij dient te zorgen voor het onderhoud en het goed functioneren van de vliegtuigen die zij voor haar economische activiteiten gebruikt. Geen enkel onderdeel van een vliegtuig is onverslijtbaar; deze situaties zijn inherent aan de normale activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. Zelfs bij annulering van een vlucht wegens onvoorziene technische problemen moeten luchtvaartmaatschappijen de passagiers schadevergoeding betalen. Deze uitspraak kan een doorbraak betekenen in de duizenden zaken die het afgelopen half jaar werden aangehouden door luchtvaartmaatschappijen en voor toekomstige zaken. De uitspraak is in lijn met doelstelling van de Verordening om vliegtuigpassagiers een hoog niveau van bescherming te geven.

Technische mankementen voornaamste reden afwijzen claims

Dat het excuus van een buitengewoon technisch mankement op grote schaal wordt gebruikt om claims af te wijzen blijkt ook uit cijfers van Vlucht-vertraagd.nl, de belangrijkste vertegenwoordiger van gedupeerde passagiers in Nederland. Van de 28.677 passagiers die zich in de afgelopen 12 maanden bij hen meldden, liep 39% een vertraging op als gevolg van een technisch mankement. “76% van de claims wordt bij het eerste verzoek afgewezen, terwijl we in 98% van de gevallen in het gelijk worden gesteld, ook wanneer het technische problemen betreft,” aldus directeur Tom van Bokhoven. Volgens Van Bokhoven is de uitspraak dan ook een grote stap in de goede richting. Zijn verwachting is echter dat luchtvaartmaatschappijen nieuwe argumenten zullen aanvoeren om claims te kunnen blijven afwijzen. “Zoals we ook al met eerdere, kleinere uitspraken hebben gezien zijn luchtvaartmaatschappijen creatief. Deze uitspraak van het Europese Hof laat wederom ruimte open voor interpretatie. Meer en meer passagiers weten hun weg naar bijstand echter te vinden, dus met jurisprudentie aan hun zijde en een lange adem komen we er nagenoeg altijd.”