Andere longmedicatie: bijna de helft van de patienten ervaart ongemak


17-09-2015
Andere longmedicatie: bijna de helft van de patienten ervaart ongemak

Een op de vijf patienten die longmedicatie gebruiken, krijgt in de apotheek wel eens een ander middel dan de keer daarvoor. Wel met dezelfde werkzame stof, maar van een ander merk. Bijna de helft van deze wisselaars ervaart hiervan ongemak, zo blijkt uit onderzoek van het NIVEL en de
Universiteit Utrecht. Het onderzoek is gesubsidieerd door het Longfonds.

Om de kosten voor geneesmiddelen terug te dringen, krijgen patienten soms medicijnen van een ander merk dan ze gewend waren. Zodra op een bepaald geneesmiddel het octrooi verloopt, kunnen namelijk meerdere fabrikanten een geneesmiddel op de markt brengen met dezelfde werkzame stof maar
goedkoper. Deze middelen kunnen er anders uitzien of, in geval van longmedicatie, samengaan met een andere inhaler. Volgens het preferentiebeleid kiest de zorgverzekeraar dan voor de vergoeding een fabrikant voor het betreffende geneesmiddel. Hierdoor is ongeveer een op de vijf patienten het
afgelopen jaar gewisseld van longmedicatie. Dit leidt tot ongemak. Want waar meer dan de helft van deze wisselaars (53%) de wisseling geen probleem vindt, ervaart 30% het enigszins als een probleem en 17% vindt het een groot probleem.

Verschillen
Van de patienten die vanwege dit beleid het afgelopen jaar wisselden, rapporteert bijna een kwart (23%) problemen met praktisch gebruik van longmedicatie te hebben gehad, zoals problemen met inhaleren. In de groep die niet is gewisseld is dat 13%. Ook rapporteren wisselaars iets vaker
bijwerkingen, geven zij iets vaker aan hun medicatie niet volgens voorschrift te gebruiken en is het aandeel mensen dat controle zegt te hebben over de longziekte lager. In ervaren werking van de longmedicatie en ziekteverzuim zijn echter geen verschillen te zien.

Inhaler
NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: "Het is vervelend voor mensen wanneer zij ongemak ervaren door het wisselen van longmedicatie. Bijvoorbeeld omdat ze een andere inhaler krijgen. Het is daarom belangrijk dat de apotheker met deze mensen de veranderingen bespreekt en ze leert hoe ze die andere
inhaler moeten gebruiken."

Informatievoorziening kan beter
Van de mensen die gewisseld zijn, heeft twee derde juist geen informatie gekregen van een zorgverlener of de zorgverzekeraar over de mogelijke gevolgen ervan. Als patienten informatie kregen, kwam deze overigens meestal wel van de apotheker.

Onderzoek
De dataverzameling is uitgevoerd door het NIVEL in samenwerking met UPPER (Netwerk voor onderzoek en stages in de farmaceutische praktijk) van de Universiteit Utrecht. In 2014 hebben 24 apotheken met 29 locaties door heel Nederland 518 patienten met longmedicatie geworven voor het onderzoek.
Deze patienten vulden een online vragenlijst in.

Subsidient
Longfonds

Samenwerkingspartner
UPPER Universiteit Utrecht