In hoger beroep 3 jaar cel geeist tegen Badr H. voor geweldsmisdrijven
16 september 2015 - Ressortsparket
De advocaat-generaal in Amsterdam heeft een gevangenisstraf van 3 jaar geeist tegen de bekende vechtsporter Badr H. Hij staat in hoger beroep terecht voor een reeks geweldsmisdrijven, die zich in een betrekkelijk korte periode in het Amsterdamse uitgaansleven hebben voltrokken, en voor een
verkeersdelict.
In hoger beroep draait de zaak om zes misdrijven; de mishandeling van een vrouw in haar woning is in hoger beroep niet meer aan de orde. Het meest in het oog lopende feit in die reeks is een zware mishandeling tijdens Sensation White in de Amsterdam ArenA. Daar werd op 8 juli 2012 in een
zogeheten skybox ernstig geweld toegepast op een man die daarbij zwaar letsel opliep.
H. werd door de rechtbank veroordeeld tot 1,5 jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk. De rechtbank sprak H. op een enkel punt van de aanklacht vrij. De officier van justitie had 4 jaar gevangenisstraf geeist, waarvan een jaar voorwaardelijk. Zowel verdachte H. als het OM heeft
hoger beroep aangetekend tegen het vonnis. In de zaak-Sensation sprak de rechtbank medeverdachte Ferhat Y. vrij. Ook tegen dat vonnis heeft het OM hoger beroep aangetekend.
De eis in hoger beroep valt lager uit dan die in eerste aanleg, mede doordat de advocaat-generaal voorbedachte raad in de zaak-Sensation niet bewezen acht. Het opleggen van een voorwaardelijke straf vindt de aanklager in hoger beroep niet zinvol omdat H. naar Marokko is verhuisd en dus niet
langer in Nederland woont. Tegen verdachte Y. eiste de advocaat-generaal 15 maanden cel.
Volgens de advocaat-generaal is er een rode draad te ontdekken in de diverse feiten die H. ten laste zijn gelegd. ,,H. laat zich niet aanspreken en vindt dat hij kan bepalen wat er moet gebeuren. Op dat moment explodeert H. vanuit het niets en haalt uit, met veelal ernstig letsel tot gevolg,
waarbij het slachtoffer direct duidelijk wordt gemaakt dat er niets aan de hand is of dat H. er in ieder geval niet bij betrokken is en dat er maar geen aangifte moet worden gedaan.''
De advocaat-generaal zei ,,een steeds somberder beeld'' van de persoon Badr H. te hebben gekregen. H. blijkt weinig schuldgevoel en weinig empathie jegens zijn slachtoffers te hebben. Ook zijn mensen bang om verklaringen tegen hem af te leggen.
Voor het verkeersdelict (het aanrijden van een vrouw in een voetgangersgebied) eiste de advocaat-generaal 750 euro boete.
De voorlopige hechtenis van Badr H. is door de rechtbank geruime tijd geleden geschorst. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof deze schorsing opheft aan het eind van de zitting, vrijdag a.s. H. staat niet meer in Nederland ingeschreven en daarom moet volgens het OM gevreesd worden
dat hij zich aan de tenuitvoerlegging van zijn straf zal onttrekken.
Deel dit op
*