Troonrede 2015
Nieuwsbericht | 15-09-2015 | 13:40
Troonrede 2015
Toespraak | 15-09-2015
Op 15 september 2015 opende Koning Willem-Alexander het nieuwe werkjaar van het parlement met het uitspreken van de Troonrede. In de Troonrede staan de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar.
Leden van de Staten-Generaal,
Nederlanders zijn steeds in staat de bakens te verzetten als omstandigheden daarom vragen. Tijdens de crisis van de afgelopen jaren hebben we die kracht opnieuw gezien. En met resultaat. De economie is weer aan het groeien. Dankzij de inzet en het doorzettingsvermogen van ondernemers, werknemers en veel anderen in de samenleving staat Nederland er in sociaal-economisch opzicht relatief goed voor. Het herstel wordt niet alleen gedragen door de export, maar ook door factoren als een groeiende consumptie, aantrekkende bedrijfsinvesteringen en een krachtig herstel in belangrijke sectoren als de bouw en de woningmarkt. Voor het eerst in lange tijd komen de groeiprognoses weer boven de twee procent en ontwikkelen de overheidsfinanciën zich in de goede richting.
Bij al deze redenen om de toekomst positief en met vertrouwen tegemoet te zien, is er geen aanleiding om achterover te leunen. De werkloosheid is nog te hoog. Het aantal banen neemt weliswaar toe, maar te veel mensen kunnen nog geen werk vinden.
Met de voorgenomen veranderingen in het belastingstelsel wil de regering een impuls geven aan banengroei en de koopkracht van mensen. De loonkosten voor werknemers die het minimumloon of net iets meer verdienen, worden verlaagd. Daarmee wordt het financieel aantrekkelijker om bijvoorbeeld schoonmakers, onderwijsassistenten en caissières in dienst te nemen of te houden. Een lagere inkomstenbelasting stimuleert de consumptie en daarmee de werkgelegenheid. Hierdoor, en door de beschikbare loonruimte in de private en publieke sector, wordt koopkrachtverbetering mogelijk voor alle werkenden. Voor gepensioneerden en mensen met een uitkering blijft de koopkracht op peil.
Het is belangrijk dat iedereen het herstel gaat voelen, zodat mensen weer met groeiend optimisme naar de toekomst durven kijken. Nederland is van oudsher een land met een evenwichtige inkomensverdeling en een grote, sterke middenklasse. Generaties groeiden op in de overtuiging dat zij zichzelf konden verbeteren door te ondernemen, te studeren, te werken en maatschappelijk actief te zijn. Nu de economie aantrekt en er voorzichtig ruimte ontstaat voor herstel van koopkracht en werkgelegenheid, kan het vertrouwen terugkeren dat ook toekomstige generaties het beter krijgen.
De regering draagt daaraan bij door de kwaliteit en toegankelijkheid van voorzieningen zeker te stellen. In Nederland moeten mensen kunnen rekenen op goede zorg, hoogwaardig en toegankelijk onderwijs, adequate sociale voorzieningen en een solide pensioenstelsel. Samen met een goed functionerende woningmarkt en arbeidsmarkt stelt dit mensen in staat vorm te geven aan hun toekomst. De noodzakelijke hervormingen van de laatste jaren zijn hierop gericht. Ze zijn met breed politiek draagvlak tot stand gekomen en komen tegemoet aan de behoefte aan keuzevrijheid, zelfstandigheid en maatwerk.
Veel maatregelen zijn net ingegaan. De grote opgave is nu om ze goed en zorgvuldig uit te voeren, met aandacht voor onbedoelde en ongewenste gevolgen, zeker voor de meest kwetsbaren. De regering werkt daar de komende jaren intensief aan. Waar mensen in de knel komen, zijn aanpassingen nodig, zoals bij het persoonsgebonden budget.
Iedereen wil gezond en zelfstandig oud worden. Als dat op enig moment niet meer kan, willen mensen kunnen rekenen op goede ondersteuning en zorg, voor een waardige oude dag. Er komt structureel 210 miljoen euro beschikbaar om de zorg in de verpleeghuizen te verbeteren en ruimte te maken voor meer persoonlijke aandacht.
Dit najaar presenteert de regering een werkprogramma waarin zij de plannen voor het toekomstige pensioenstelsel verder uitwerkt. Het is belangrijk dat alle werkenden de mogelijkheid hebben een goed pensioen op te bouwen. Het stelsel kan transparanter, eenvoudiger en persoonlijker worden, met een juiste balans tussen keuzevrijheid en risicodeling.
Jonge ouders krijgen in een veeleisende periode van hun leven meer ruimte om werk en gezin te combineren. De kinderopvangtoeslag gaat omhoog. Er komen extra plekken voor peuteropvang die betaalbaar zijn voor alle ouders. Het bevallingsverlof voor vaders wordt verlengd.
Een belangrijk resultaat van het hervormingsbeleid is dat het hoger onderwijs er ongeveer 4000 docenten bij krijgt en nog enkele honderden onderzoekers met een onderwijstaak. Voor studenten betekent het fors meer persoonlijke aandacht, intensievere begeleiding en een betere entree op de arbeidsmarkt. Deze investering in onderwijskwaliteit wordt betaald uit geld dat vrijkomt door de invoering van het studievoorschot voor studenten.
In november 2015 presenteert de regering de Nationale Wetenschapsagenda, die wordt opgesteld in nauwe samenwerking met topwetenschappers en vooraanstaande ondernemers. Het doel is om de sterke punten van de Nederlandse wetenschap uit te bouwen en keuzes te maken die zorgen voor een herkenbaarder profiel van instellingen. Dit geeft niet alleen een impuls aan de internationale positie van onze universiteiten, maar ook aan de innovatie- en concurrentiekracht van onze industrie en andere kennisintensieve sectoren.
Al deze maatregelen, hervormingen en investeringen dragen bij aan verder economisch herstel en aan het behoud van de hoge kwaliteit van de Nederlandse samenleving. Die kwaliteit heeft ook een immateriële kant. Mensen maken zich zorgen over onderwerpen als de verruwing in de samenleving en de onderlinge omgangsvormen. In Nederland gaan tolerantie en veel ruimte voor het individu traditioneel samen met een sterk ontwikkelde solidariteit en onderlinge betrokkenheid. Die gedeelde waarden vertegenwoordigen een groot maatschappelijk kapitaal. Ze zorgen ervoor dat alle inwoners van het Koninkrijk zich in vrijheid kunnen ontplooien, zich beschermd weten en zich thuis kunnen voelen. Deze gekoesterde manier van leven staat ook centraal tijdens de gezamenlijke viering van 200 jaar Koninkrijk. Samen met de Caribische delen van het Koninkrijk blijft Nederland werken aan een goede toekomst.
De overheid heeft een voorbeeldfunctie bij het uitdragen van gedeelde waarden. De integriteit van het openbaar bestuur mag niet ter discussie staan. De overheid stelt regels en handhaaft die om de openbare orde en veiligheid te bewaken. Waar onder- en bovenwereld vermengd raken, wordt dit aangepakt. Daarvoor komt extra geld beschikbaar.
Waarden zijn echter niet alleen een zaak van de overheid, maar ook van alle inwoners van ons land. Wie het eigen belang of de eigen overtuigingen boven alles stelt, beperkt de ruimte voor een ander en zet collectieve waarden en verworvenheden onder druk. Juist de normale en respectvolle omgang met elkaar vraagt om alertheid en een actieve houding van ieder van ons, zoals dat past in de lange Nederlandse traditie van verantwoordelijk burgerschap. Dit geldt zeker wanneer agenten, wegwerkers, ambulanceverpleegkundigen en anderen die met hart en ziel werken voor de publieke zaak, te maken krijgen met verbaal of fysiek geweld.
De dreiging van radicalisering en terroristische aanslagen in Europa zet de samenleving onder druk. Hierdoor komt niet alleen de veiligheid van mensen in het geding, het is ook een voedingsbodem voor onderling wantrouwen en een gevaar voor de sociale cohesie in ons land. We moeten voorkomen dat conflicten in het buitenland een polariserend effect hebben in onze samenleving. Het is cruciaal dat we ons tegen deze dreiging wapenen. Het kabinet reserveert daarom structureel extra geld om de operationele taak van de veiligheidsdiensten, het verzamelen en analyseren van informatie, en het preventiebeleid te versterken.
De dreiging van een terroristische aanslag is geen geïsoleerd probleem, maar een direct gevolg van de opkomst van jihadistische stromingen in Syrië, Irak en andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daarnaast is de instabiliteit in de ring rond Europa in het afgelopen jaar verder toegenomen door de Russische annexatie van de Krim en het conflict in Oost-Oekraïne. Ook andere brandhaarden bedreigen de internationale rechtsorde, bijvoorbeeld in Mali, Jemen en Afghanistan. Al deze ontwikkelingen raken direct en indirect aan onze veiligheid en vrijheid.
Het meest prangend is de situatie van de grote aantallen mensen die in vaak onveilige en overvolle boten en op andere manieren naar Europa gaan om hier asiel te vragen. De schrijnende beelden van mensen op drift die dagelijks tot ons komen vanuit onder meer Kos en Calais, leggen een scala aan problemen en persoonlijk leed bloot, waarvoor geen gemakkelijke en snelle oplossingen bestaan. Deze problemen zijn ontstaan door militaire conflicten, politieke instabiliteit, schendingen van mensenrechten, armoede en gebrek aan kansen en toekomst.
De vluchtelingenstroom groeit en duldt geen afwachtende houding. De huidige situatie creëert spanningen in Europa. Dit vraagt om scherpe keuzes voor beperking van de instroom en een betere verdeling over de lidstaten. Er is een integrale aanpak nodig die rekening houdt met alle relevante factoren. Het gaat dan onder meer om internationale conflictbeheersing, opvang in de regio, het tegengaan van mensensmokkel, een strenge maar rechtvaardige asielprocedure in elk land, een effectief terugkeerbeleid en perspectief op integratie voor mensen die niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst. Alleen zo kan recht worden gedaan aan het humanitaire aspect en aan het maatschappelijk draagvlak in Nederland en andere Europese landen.
De regering kiest in het buitenlands beleid met overtuiging voor internationale samenwerking en een geïntegreerde aanpak, onder andere in EU-, NAVO- en VN-verband. Militaire en juridische acties moeten samengaan met samenlevingsopbouw, versterking van de rechtsstaat, diplomatie in de regio, noodhulp en handelsbevordering.
Voor de NAVO geldt dat de lidstaten ervoor willen zorgen dat het bondgenootschap sneller in staat is op dreigingen vanuit iedere windrichting te reageren. Daarvoor zijn aanpassingen nodig; in de politieke besluitvorming en in militair opzicht. De regering stelt vanaf 2016 structureel extra geld beschikbaar voor de krijgsmacht, van 220 miljoen euro volgend jaar tot 345 miljoen in latere jaren. Dit geld wordt onder meer besteed aan verdere verbetering van de operationele inzetbaarheid. Daarnaast komt er structureel extra geld beschikbaar voor de Nederlandse deelname aan militaire missies. De manier waarop Nederlandse militairen zich inzetten voor vrede en veiligheid, maakt indruk en wekt bewondering.
Veiligheid en migratie zijn twee internationale hoofdthema's die ook het Nederlandse EU-voorzitterschap in de eerste helft van 2016 zullen tekenen. Als voorzitter wil Nederland een pragmatische bruggenbouwer zijn. Alleen samen zijn we in staat onze collectieve veiligheid te garanderen, onze gedeelde waarden te beschermen en het welzijn en de welvaart van de inwoners van Europa het best te dienen. Voor ons land zijn economische groei en zoveel mogelijk nieuwe en volwaardige banen belangrijke aandachtspunten. Daarvoor is een innovatief Europa nodig met een goed functionerende interne markt en open handelsrelaties met de rest van de wereld. Andere onderwerpen die tijdens het voorzitterschap aandacht zullen vragen, zijn de positie van Griekenland en het Britse referendum over het lidmaatschap van de EU. Het uitgangspunt van de regering blijft een Europa dat beter functioneert en zich richt op hoofdzaken.
Een belangrijk podium waarop de EU zich als eenheid moet presenteren, is de VN-klimaattop in Parijs in december 2015. Samen met de andere EU-lidstaten is de Nederlandse inzet gericht op een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen ten opzichte van het niveau van 1990. Nederlandse multinationals hebben nu al een internationale voorbeeldfunctie op het terrein van duurzame bedrijfsvoering, kennis en kunde. De regering stelt bedrijven in staat fiscaal aantrekkelijker te investeren in milieuvriendelijke technieken.
Tegengaan van klimaatverandering en verduurzaming van de economie zijn grote, overkoepelende thema's. De gevolgen voor toekomstige generaties zijn heel direct en concreet. Dat geldt zeker voor ons land, dat voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Waterveiligheid heeft daarom hoge prioriteit. Op veel locaties wordt de komende jaren gewerkt aan versterking van dijken en duingebieden. Dat gebeurt vaak op de meest innovatieve manieren. Zo worden bij de vernieuwing van de Afsluitdijk veiligheid, natuurontwikkeling en energieopwekking gecombineerd. Projecten als deze verstevigen de goede internationale reputatie en positie van onze watersector en leveren een bijdrage aan onze toekomstige energievoorziening.
Eerder dit jaar is besloten minder gas te winnen in Groningen vanwege de aardbevingen. De Nationaal Coördinator Groningen stelt samen met de inwoners van het gebied een plan op voor de versterking van woningen. De verminderde beschikbaarheid van gas maakt de afspraken uit het Energieakkoord over de ontwikkeling van nieuwe vormen van energie extra belangrijk. In december 2015 brengt het kabinet een rapport uit met een strategische visie op de energievoorziening in Nederland.
Leden van de Staten-Generaal,
Nederland is een stabiel en aantrekkelijk land om in te leven. Ervoor zorgen dat dit zo blijft, vraagt om ieders inzet en om blijvend investeren in de samenleving. In een instabiele internationale omgeving en een samenleving in verandering dienen zich continu nieuwe vraagstukken aan. De komende periode staat voor de regering in het teken van bijdragen aan internationale stabiliteit en werken aan verder economisch herstel, aan groei van de werkgelegenheid en aan een goede uitvoering van de ingezette hervormingen. Zo blijft Nederland een land dat iedereen kansen en vertrouwen in de toekomst biedt. Daaraan werkt de regering samen met u. U mag zich gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.