Wat zou een museum over mode in Nederland kunnen zijn? Op 13 september 2015 openen de deuren van het Tijdelijk Modemuseum in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Met een uitgebreid programma van tentoonstellingen, installaties, performances en evenementen gaat Het Nieuwe Instituut tot en met 8 mei 2016 nader in op het fenomeen mode in al haar verrassende vormen.

Er zijn Nederlandse musea die mode in hun collectie opnemen, maar tot een nationaal modemuseum is het tot op heden nooit gekomen. Het Nieuwe Instituut onderzoekt de mogelijkheden door zichzelf gedurende acht maanden in een modemuseum te transformeren. Het hele gebouw wordt ingezet om tijdelijk een modemuseum tot leven te wekken.

Vernieuwing binnen de mode staat in schril contrast tot andere disciplines, waar vooruitgang vaak synoniem is met technologische innovatie. Mode heeft haar eigen vernieuwingsmodel gevonden door het verleden als oneindige bron voor de toekomst op te vatten. Reden genoeg om verleden, heden en toekomst in het Tijdelijk Modemuseum kriskras door elkaar te laten lopen. En in tegenstelling tot het museum, dat objecten normaliter conserveert en daarmee de tijd stolt, benadert het Tijdelijk Modemuseum - identiek aan de mode - tijd eerder als vloeibaar, stromend en daarmee als bron voor speculaties

Hoe staat de mode er voor? Wat houdt ontwerpers van nu bezig? Hoe speculeren zij over de toekomst? Welke vraagstukken bepalen de huidige ontwikkelingen in de mode? Naast aandacht voor het ontwerp en productieproces van de mode, komt ook de rol van de gebruiker aan bod. Het Tijdelijk Modemuseum geeft bezoekers de mogelijkheid zich op verschillende manieren te verhouden tot mode. Van debat en reflectie op inhoudelijke vraagstukken tot het letterlijk passen en zelfs aanschaffen van mode.

Verleiding

Het gratis toegankelijke entreegebied van Het Nieuwe Instituut krijgt de uitstraling van de ultiem verleidelijke parfumafdeling van een warenhuis. De actualiteit staat hier centraal. Penny Martin en Jop van Bennekom (hoofdredacteuren van gerenommeerde modemagazines The Gentlewoman en Fantastic Man) presenteren een selectie van het huidige modeaanbod voor fall-winter 2015. Een ultieme selectie uit de duizenden kledingstukken die elk seizoen weer aangeboden worden. De selectie wisselt begin 2016, wanneer het nieuwe modeseizoen start. Een maandelijks wisselende expo-in-expo, ingericht door toonaangevende stylisten, ontwerpers en modefotografen, onderstreept het steeds veranderende karakter van de mode. Een stoffenwinkel waar kwaliteitsmaterialen verkrijgbaar zijn, een paskamer voor hooggehakte pumps van maat 28 tot 48 en zelfs een garderobe waar de bezoeker op rituele wijze van zijn of haar jas wordt ontdaan, stellen de gebruiker van de mode centraal. Kleding mag ook worden aangeraakt, uitgezocht, bestudeerd en soms zelfs gepast en gekocht worden.

De realiteit en het alternatief

Het Tijdelijk Modemuseum gaat eveneens in op de soms schrikbarende realiteit van het modesysteem. De sociaal en milieu belastende impact van de productie van kleding, is het startpunt voor het tonen van de duistere en meestal onzichtbare achterkant van de mode. Modevormgevers Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum reageren op dit thema met hun project HACKED - waarbinnen ze de huidige productieketen van de fast-fashionindustrie zodanig benutten dat er nieuwe mogelijkheden ontstaan voor zowel de ontwerper als de consument. Onder de naam Van Slobbe Van Benthum gaan zij aan het werk met de restpartijen en overproductie van deze sector. De uitgebreide presentatie van hun onderzoek vormt een kritisch commentaar.

Het geheugen

Het vloeibare idee van tijd en geschiedenis krijgt een centrale rol in het museum. Het Tijdelijk Modemuseum presenteert onder meer een puur speculatieve geschiedenis van 65 jaar Nederlandse mode, samengesteld door Guus Beumer en modejournalist Georgette Koning. Van hoe onze collectieve liefde voor de fiets het silhouet van de vrouwenmode beinvloedde tot hoe de Provobeweging de kleur wit in het modebeeld introduceerde. Marjo Kranenborg stelt een eregalerij samen op basis van fashion icons zoals de rode lipstick, het witte overhemd en de trenchcoat. Verrassende archieven geven inzicht in het plooibare geheugen van de mode. Heel persoonlijk, zoals een verzameling couture gedragen door de Zwitserse Eva Maria Hatschek. En collectief, in de vorm van de ultieme vintage store met ongeevenaarde stukken uit de (Nederlandse) modegeschiedenis tot stand gebracht door Ferry van der Nat.

Bij de samenstelling en realisatie van het Tijdelijk Modemuseum betrekt artistiek leider Guus Beumer zijn persoonlijke netwerk dat sinds het begin van de jaren negentig een belangrijke bijdrage levert aan de internationale aandacht voor Nederlandse mode, waaronder modeontwerpers Francisco van Benthum en Alexander van Slobbe, art-director Jop van Bennekom, mode-theoreticus Jose Teunissen, architect Herman Verkerk, journalist Georgette Koning, stylist Marjo Kranenborg, ontwerper Conny Groenewegen, architect Rianne Makkink en kunstenaar en ontwerper Pascale Gatzen. Dit netwerk wordt verrijkt met tientallen ontwerpers, vormgevers, stylisten, journalisten, fotografen en theoretici.