Integrale visie op de rechtspositie van politieke ambtsdragers van b..


DEN HAAG - De lokale democratie is gebaat bij een hoog aanzien van de raad en kwalitatief goede raadsleden. Dit was de inzet van Mark den Boer, voorzitter van Raadslid.Nu, bij de commissievergadering in de Tweede Kamer over de integrale visie op de rechtspositie van politieke ambtsdragers,
welke is opgesteld door de beroepsgroepen van decentrale politieke ambtsdragers en de bestuurlijke koepels IPO, VNG en Unie van Waterschappen.

Rechtspositie

Den Boer ging tijdens zijn inbreng in op het feit dat de raad onder druk staat en dat dat het verloop onder raadsleden groot is, want zo waren bij de afgelopen verkiezingen de helft van het aantal raadsleden nieuw. Het is daarom belangrijk dat er een goede rechtspositie is, omdat het lastig is
om goede raadsleden voor een langere periode te binden. Daarbij moet kwaliteit leidend zijn, zeker met de nieuwe taken die naar de gemeenten zijn gekomen in het kader van de decentralisaties.

Hij vervolgde zijn verhaal door te benoemen dat raadsleden gemiddeld 17 uur per week aan het raadslidmaatschap besteden naast hun normale baan. Het ambt van volksvertegenwoordiger moet laagdrempelig zijn, zodat er een goede combinatie kan worden gevonden tussen twee banen. Een vergoeding is
hierbij niet het belangrijkste, maar wel een randvoorwaarde om het werk als raadslid goed uit te kunnen voeren. Belangrijker dan het honorarium, aldus Den Boer, is het intrinsiek gemotiveerd zijn: een kwalitatief goed raadslid c.q. gemeenteraad komt voort uit de eigen persoon en dient
onafhankelijk te zijn van de hoogte van de vergoeding.

Niet alleen raakt de versobering van de rechtspositie de raadsleden; ook wethouders, waarvan in 2014 ca. 500 gestopt zijn met het wethouderschap, zijn van mening dat er niet `'verder beknibbeld moet worden'' in de vergoedingen aan politieke ambtsdragers. Weverling, voorzitter van de
Wethoudersvereniging, benadrukt dat dat tot gevolg heeft dat de kwaliteit van de raad, het college en de democratie omlaag gaat. Immers; de rechtspositie van ambtsdragers draagt bij aan en bepaalt of een evenwichtige afspiegeling van de samenleving plaatsvindt in vertegenwoordigende lichamen
c.q. bestuurlijke functies.

De aanwezige Tweede Kamerleden Fokke (PvdA) en Veldman (VVD) benadrukten voornamelijk dat er lessen getrokken moeten worden uit het rapport van de commissie Dijkstal en dat de aandacht gevestigd dient te worden op zaken die beter hadden gekund c.q. gemoeten om in de toekomst een `'juiste
rechtspositie'' te creeren voor politieke ambtsdragers.

Integriteit

Behalve de rechtspositie, kwam ook de integriteit van politieke ambtsdragers aan bod; twee zaken die in zekere zin met elkaar verbonden zijn. Een goede rechtspositie voor politieke ambtsdragers leidt immers tot onafhankelijk handelen en het laten prevaleren van het algemeen belang.

Zowel de aanwezige 'koepels' als de Kamerleden merken namelijk dat er negatieve beeldvorming plaatsvindt omtrent integriteit, doordat `incidenten' van niet-integer handelen breed worden uitgemeten. En op integer handelen van raadsleden wordt veel meer aandacht gevestigd dan in het verleden
gebeurde, aldus Fokke. `'Dienen we nog meer aandacht te vestigen op integriteit van volksvertegenwoordigers''?

Het antwoord was eenduidig: ja, integer handelen dient ten alle tijden benadrukt te worden opdat de volksvertegenwoordiging niet in diskrediet gebracht wordt. Het opstellen van richtlijnen, vastleggen van normen en waarden en transparantie in vergoedingen en declaratiegedrag helpen een enorme
hand mee, zo luidde de conclusie.