Landelijke fietstelweek ook in Roermond
Landelijke fietstelweek ook in Roermond
In september wordt het grootste fietsonderzoek ooit uitgevoerd tijdens de landelijke fietstelweek. De Gemeente Roermond doet hier in samenwerking met de Provincie Limburg aan mee. Met het onderzoek wordt inzicht verkregen in de fietsstromen. Voorwaarde is dat in de week van 14 tot 20 september
zo veel mogelijk fietsgebruikers de speciaal ontwikkelde app gebruiken en zo laten zien welke routes worden gefietst.
Hoe meer fietsers deelnemen aan de fietstelweek hoe beter! Meer deelnemers betekent meer en betrouwbaardere gegevens. Hiermee kan de Gemeente Roermond beter bepalen op welke plaatsen geinvesteerd moet worden voor de fiets. Om deelname aan de landelijke fietstelweek te promoten zal op zaterdag
12 september tijdens opROER een promotieteam in de binnenstad aanwezig zijn.
Landelijke fietstelweek 14 tot en met 20 september
Op 14 september start Nederlands grootste fietsonderzoek ooit. Voor het eerst worden alle fietsbewegingen die fietsers maken in kaart gebracht. Het onderzoek duurt een week. Inmiddels hebben ruim 4500 deelnemers zich aangemeld, maar dat is nog lang niet genoeg! Het enige dat deelnemers nodig
hebben is een fiets en de app: `App de Fiets!'. Onder alle deelnemers worden 20 gloednieuwe fietsen verloot. Waarbij in ieder geval in elke regio een prijs valt. De winnaars mogen zelf kiezen uit maar liefst zes verschillende fietsen!
Speciale app
Voor het onderzoek is een speciale app ontwikkeld: App de Fiets! Deze app meet welke routes fietsers gebruiken, hoe lang zij erover doen en waar grote vertragingen zijn. De app is er voor zowel iPhone als Android-toestellen en is te downloaden op www.fietstelweek.nl. Volg de fietstelweek op
Facebook om op de hoogte te blijven van het nieuws en de winnaars.
Breed gedragen onderzoek
Het fietsonderzoek is tot stand gekomen dankzij een unieke samenwerking tussen diverse partijen. Naast de Nederlandse provincies en stadsregio's werken ook de Nederlandse Fietsersbond, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de hogeschool van Breda (NHTV) mee aan de ontwikkeling en
verwerking van het onderzoek.