Les krijgen van een leraar blijkt nog altijd beter
Onderwijsinnovaties met grote groepen en meer ict zouden de arbeidsproductiviteit in het onderwijs opkrikken. Meer doen met minder mensen. Het blijkt een worsteling. Van een verhoging van de arbeidsproductiviteit is nauwelijks sprake. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Effectmeting Innovatie Impuls Onderwijs.
Twintig miljoen trok het ministerie uit voor Innovatie Impuls Onderwijs, een platform voor vernieuwing binnen het basis- en voortgezet onderwijs, om vier jaar te experimenteren. De oorspronkelijke doelstelling, een hogere arbeidsproductiviteit, is zelden voluit of zelfs helemaal niet gehaald.
Soms gaat dat goed bij een deel van de experimenten, `mits aan specifieke voorwaarden is voldaan bij de invoering'.
Een ding is zeker: bij vrijwel alle experimenten zijn door de enthousiaste teams betere toetsscores bereikt. Maar, zo nuanceren de onderzoekers, we hebben hier wel te maken met scholen die vrijwillig meededen en dus ook wilden vernieuwen.
Een aantal experimenten. Wat waren de uitkomsten?
* Bij het experiment `SlimFit' werden meerdere klassen in het basisonderwijs vervangen door units van zeventig tot negentig leerlingen. Lessen worden verzorgd door samenwerkende onderwijsteams van leraren, assistenten en specialisten. Daarnaast wordt meer ict gebruikt. De gedachte was dat zo de inzet van leraren kleiner kon worden. Maar dat lukte maar zelden door wisselingen in teams en krimp.
De arbeidsproductiviteit op school steeg daardoor niet. Wel is er een ander positief effect: er zijn minder zittenblijvers. Per saldo kunnen er dus over een schoolloopbaan gemeten wel minder mensen worden ingezet. Grootste winst was een flinke stijging in toetsscores. Die wordt toegeschreven aan het feit dat over de groepen heen, binnen de units, intensief samengewerkt moet worden en zo de kwaliteit van het team omhooggaat.
* In het experiment `Leerlingen voor leerlingen' werden ouderejaars in het voortgezet onderwijs ingezet voor het maken van filmpjes over de lesstof en veel voorkomende vragen. Als de filmpjes in de les werden gebruikt gingen de eindcijfers omhoog, wanneer de filmpjes - flipping - thuis bekeken moesten worden, gingen de cijfers omlaag. De kwaliteit van de filmpjes is volgens leraren vaak onvoldoende, wel zijn zij de kracht van het middel gaan zien als er goede filmpjes worden gebruikt. Een stijging van de arbeidsproductiviteit op school werd niet gevonden.
* Het project `Onderwijsteams' in het voortgezet onderwijs mikte op grotere groepen leerlingen, die les kregen van teams van leraren en ondersteuners in een digitale leeromgeving. De toetsresultaten lieten een plus zien, maar de arbeidsproductiviteit ging alleen fors omhoog als er ruim voldoende computers voor de leerlingen waren. Opvallend is verder dat de resultaten van leerlingen het meest omhooggingen als er beperkt gebruik werd gemaakt van de elektronische leeromgeving.
De rode draad van `Onderwijsteams' en `Leerlingen voor leerlingen' is dat de digitale lessen van heel goede kwaliteit moeten zijn om het gewone lesgeven te vervangen. Dat vraagt grote investeringen in mensen en techniek. Daarnaast wordt duidelijk dat leerlingen niet te veel achter de computer - of dat nu op school of thuis is - lessen moeten volgen.
Slechtere schoolresultaten
Een opvallende uitkomst uit het onderzoek ging over flipping the classroom. Scholieren die zich thuis voorbereiden met filmpjes over de lesstof op de lessen, scoren flink lager op toetsen. Digitaal huiswerk wordt vaak niet gedaan, waardoor leerlingen niet goed voorbereid in de lessen komen.
De duidelijk lagere schoolcijfers zijn volgens de onderzoekers van SEO en ResearchNed vooral opvallend omdat in de internationale literatuur kleine, maar wel positieve resultaten van het flippen worden gemeten. Ook in andere projecten wordt de kwaliteit minder als te veel verwacht wordt van digitale lessen. `Les krijgen van een persoon blijkt nog altijd beter dan overwegend les krijgen via de elektronische leeromgeving', constateren de onderzoekers.
Lees het hele artikel: De meester legt toch beter uit, Onderwijsblad 13 van 5 september 2015 hieronder.
Zie het origineel.