Wereldwijd unieke evaluatie bevestigt effectiviteit van ontwikkeling..
4 september 2015
Tien onderzoeksrapporten, op basis van acht landenonderzoeken en twee overkoepelende onderzoeken, vormen een gedegen evaluatie van de effectiviteit van Nederlandse NGO's . Voorafgaand aan de vorige financieringsronde van NGO's is vanuit de overheid de voorwaarde gesteld dat een evaluatie zou
plaatsvinden naar de effecten van ontwikkelingsprogramma's. NWO-WOTRO Science for Global Development stond garant voor de wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeken voor deze evaluatie. Op 2 september zijn de eindrapporten aangeboden aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Handel en
Ontwikkelingssamenwerking door Bart Romeijn, voorzitter van branchevereniging Partos.
Picture: - CGIAR Climate, Flickr Creative Commons
In het kader van het Nederlandse subsidiestelsel (Medefinanciering II - MFS II) hebben unieke evaluaties plaatsgevonden naar de resultaten van ontwikkelingsprogramma's van 64 Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Uniek door complexiteit en omvang: het werk van tientallen Nederlandse NGO's is
in gezamenlijkheid geevalueerd. Nieuw aan de aanpak is dat de evaluaties wetenschappelijk onderbouwd en onafhankelijk zijn uitgevoerd. NWO-WOTRO heeft - als neutrale partner - het onderzoek uitgezet. "Zorgvuldige peer review door de beste internationale experts heeft de wetenschappelijke
kwaliteit van de evaluaties vastgesteld" aldus Wiebe Bijker, de voorzitter van de Stuurgroep.
Het totale onderzoek heeft tien uitvoerige rapporten opgeleverd met belangrijke resultaten, nuttige bevindingen en inzichten. De programma's van de ontwikkelingsorganisaties lopen over de hele wereld. Door een onafhankelijke selectie zijn de landen en programma's geselecteerd voor de
evaluatie. In totaal acht landenonderzoeken hebben plaatsgevonden, ieder op basis van een aantal projecten en deels aangestuurd door Nederlandse onderzoekers. Daarnaast hebben twee overkoepelende onderzoeken plaatsgevonden, een voor de impact van lobbyactiviteiten (het ILA-rapport) en een
overkoepelend onderzoek van de afzonderlijke landenonderzoeken (het syntheserapport). Bijker: "De Nederlandse ontwikkelingsorganisaties en het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Handel en Ontwikkelingssamenwerking kunnen trots zijn op deze grondige evaluatie en vooral op de wetenschappelijke
bevestiging dat Nederlandse ontwikkelingssamenwerking over het algemeen effectief en doeltreffend is." Aldus Wiebe Bijker, voorzitter van de Stuurgroep.
Evaluatiedoelen en conclusies
De evaluaties dienden allereerst antwoord te geven op de vragen: zijn de programma's die zijn gefinancierd binnen MFSII effectief, efficient en relevant? Tegelijkertijd moesten de evaluaties bijdragen aan het leren en verbeteren van de interventies. Gezien de complexiteit van MFSII, was een
bijkomende doelstelling het verbeteren van evaluatiemethoden.
Het onderzoek had een aantal beperkingen, zoals de krappe tijdspanne van twee jaar tussen de nulmeting en het eindmoment. Binnen dit tijdsbestek is het moeilijk om sociale veranderingen te meten, bijvoorbeeld rondom de versterking van maatschappelijk middenveld. Een aanbeveling uit het
syntheserapport is om in de toekomst programma's te evalueren door `process tracing' in plaats van een vast start- en eindmoment te hanteren.
Vanuit het ILA-team is gekeken naar innovatiekracht van de methoden. De klassieke wijze om te kijken naar politieke relevantie van onderzoek, is het beinvloeden van beleidsmakers. Deze manier doet echter geen recht aan de complexiteit van het netwerk, houdt niet voldoende rekening met
meervoudige actoren en factoren. De innovatieve methodologische aanpak van het ILA-team hield een open oog voor de flexibiliteit en belangenbehartiging van actoren, de veelheid van relaties - ook op de lange termijn - en de meerdere lagen van relaties en doelstellingen, onder andere door een
`Theory of Change' per programma op te stellen.
Stichting Gezamenlijke Evaluaties
Via het Medefinancieringsstelstel II (MFS II) ontvangen 67 Nederlandse ontwikkelingsorganisaties, verenigd in 20 allianties, subsidie waarmee ze kunnen bijdragen aan directe armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. Een belangrijke eis van het ministerie bij de toekenning van de subsidie was
om het werk te laten evalueren. Om op zo goed en efficient mogelijke wijze tegemoet te komen aan deze eisen hebben 19 allianties zich gezamenlijk georganiseerd in de Stichting Gezamenlijke Evaluaties (SGE). Bart Romijn, directeur van branchevereniging voor ontwikkelingsorganisaties Partos, is
de voorzitter van de Stichting Gezamenlijke Evaluaties. Hij heeft op 2 september de rapportages aangeboden.
Links
* Eindrapportages
* Flyer eindrapportages
* Nieuwsbericht Partos
* Artikel Volkskrant 'Ontwikkelingshulp door Nederland is effectief en efficient'
* Artikel Telegraaf 'Ontwikkelingsorganisaties leveren goed werk'
Bron: NWO