Het hoger onderwijs heeft vorig jaar een slordige 300 miljoen euro overgehouden van de inkomsten. Hogescholen hielden zo'n 160 miljoen euro over, universiteiten 140 miljoen euro. Het grootste deel van dat geld is toegevoegd aan de reserves, die verder zijn opgelopen.

Dat blijkt uit een inventarisatie die het Onderwijsblad maakte op basis van de jaarverslagen over 2014 van hbo- en wo-instellingen.

De instellingen kregen afgelopen najaar flink meer rijksbijdrage dan waarop ze hadden gerekend. Hogescholen hielden gezamenlijk ongeveer vier procent van de inkomsten over, universiteiten ruim twee procent. Een deel van de instellingen zit daar ruim boven.

Geld over

Zo hield Hogeschool Inholland 29 miljoen euro over (bijna 12 procent van de inkomsten) en Avans Hogeschool 27 miljoen euro (11 procent). De Rijksuniversiteit Groningen noteerde een plus van 39 miljoen euro (6 procent van de baten) en de Universiteit Utrecht had een overschot van 42,5 miljoen (ruim 5 procent).

Interen

Met de afschaffing van de basisbeurs en de invoering van het leenstelsel voor studenten, komen voor hogescholen en universiteiten vanaf 2018 extra middelen beschikbaar. Maar de komende jaren zullen ze extra investeringen in het onderwijs zelf moeten financieren. Een aantal instellingen verwacht mede daarom op de reserves te zullen interen. Ze hebben tekorten begroot, die worden opgevangen met het eigen vermogen.

Dat geldt niet voor alle instellingen. Sommige organisaties rekenen erop ook de komende tijd geld over te houden. Bovendien staan er grote investeringen in bijvoorbeeld huisvesting en ICT op het programma.

Welke onderwijsinstellingen hielden het meeste geld over in 2014? Bekijk het via dit overzicht. Lees hieronder het hele artikel over de reserves in het hoger onderwijs. Dit artikel staat in Onderwijsblad 13 van 5 september 2015.