De 11 vragen aan: Ingrid Koppelman


Er staat weer een nieuw tafeltennisseizoen voor de deur. Een nieuw seizoen biedt nieuwe kansen en daar weet Hoofd Sport- en Productontwikkeling Ingrid Koppelman alles vanaf. Daarom laten wij tijdens deze eerste 11 vragen van het seizoen 2015/2016 Ingrid aan het woord. Wat is haar drijfveer om
al zoveel jaren actief te zijn in het tafeltennis?

1. Kun je kort iets over jezelf vertellen? (leeftijd, woonplaats, opleidingen, hobby,...)

"Ingrid Koppelman, 46 jaar, geboren en getogen in de Achterhoek (Groenlo). Door mijn studie Amerikanistiek aan de universiteit ben ik in Nijmegen terechtgekomen en er nooit meer weggegaan. In Nijmegen woon ik samen met mijn vriendin, we kennen elkaar van tafeltennis. Elke week staat er veel
sport op mijn agenda: tafeltennis natuurlijk als eerste sport. Daarnaast nog te veel hobby's zoals hardlopen, fietsen, tuinieren, schrijven, lezen, koken, reizen."

2. Wat doe je in het dagelijks leven - naast je werk voor de NTTB?

"Ik ben altijd vrijwilliger geweest bij de tafeltennisvereniging, in diverse functies. Ik ben begonnen als redacteur van het clubblad, heb vervolgens jarenlang het barbeheer gedaan, ben toen voorzitter geworden en daarna nog een tijdje de communicatiecommissie geleid. Nu ben ik speler/coach
van Dames 1, dat vind ik heel leuk, maar ik doe geen vrijwilligerstaken meer bij de club. Dit omdat ik anders alleen maar met tafeltennis bezig ben en ik vind het ook goed me op andere vlakken te ontwikkelen. Zo heb ik onlangs een cursus proza schrijven gevolgd, daar creatieve mensen ontmoet
en veel geleerd over hoe een goed verhaal neer te zetten. Reizen hoort ook bij mezelf ontwikkelen. Ik houd ervan andere culturen te ontdekken en te begrijpen. Ik geniet ook van de rust die de natuur me geeft."

3. Hoe ben je ooit bij tafeltennis terecht gekomen?

"Mijn vader was tafeltennisser. Toen er een tafeltennistafel in de garage kwam, was ik al snel verkocht. Al helemaal toen ik kampioen van Groenlo werd en mee mocht doen aan de landelijke finale van het scholenkampioenschap van de NTTB. Om die reden alleen al wilde ik dat evenement per se weer
terug op de NTTB agenda. Het zijn mooie momenten in een kinderleven. Sport leert je winnen en omgaan met verlies. Het levert nieuwe vrienden op, sociale verbindingen waar je de rest van je leven profijt van hebt. Het leert je ook door te zetten, iets wat in onze sport heel belangrijk is, maar
wat steeds lastiger lijkt te zijn voor de huidige generatie jonge kinderen (zapp-gedrag)."

4. Wat is precies jouw rol/functie binnen de NTTB?

"Als Hoofd Sport- en Productontwikkeling heb ik twee hoofdtaken: producten ontwikkelen en door ontwikkelen die aansluiten bij de behoefte van tafeltennis (verenigingen) in Nederland. Daarnaast het motiveren en stimuleren van mijn medewerkers om het beste uit zichzelf en hun werk te halen,
zodat ze deze producten goed weg kunnen zetten op die locaties waar het van toepassing is. Ik heb een prachtig team, professionals en vrijwilligers, dat maakt dat ik elke dag met plezier mijn werk doe!

Verder heb ik een drijfveer. Ik zie dat te veel clubs -en ook veel tafeltennismedia - nadruk leggen op spelers die het hoogste niveau kunnen of moeten halen. Maar de club draait op spelers die je voor de breedtesport weet te werven en te behouden: dat is de basis. In elk mens zit een talent en
niet altijd is dat talent bedoeld voor het hoogste SPEEL niveau. Soms ligt dat talent juist op het gebied van organiseren, training geven, jeugd of ouderen begeleiden, of voor een gezellige avond vanachter de bar. Beter worden in je spel is wel belangrijk, want hoe meer je leert, hoe leuker je
de sport blijft vinden. Neem de breedte dus serieus, dan bouw je een stabiel huis."

5. Aan welke activiteiten heb je binnen het tafeltennis meegewerkt? Wat was je grootste succes?

"Het grootste succes is het ontwikkelen van Table Stars. Niet alleen omdat het heeft geleid tot een verbetering van de instroom bij de jongste jeugd. Maar vooral ook om het gehele proces, het betrekken van verenigingen, van een extern marketingbureau, en de lancering rondom de WK. Het is een
prachtig, dynamisch product, ontstaan vanuit de behoefte van de clubs. De marketingpropositie (zoals dat zo mooi heet) dat tafeltennis goed is voor je oog-hand cooerdinatie en dat dit leidt tot verbeterde concentratie en leerprestaties is goed gekozen. Het raakt de kern van onze sport en daar
ben ik trots op.

Daarnaast ben ik trots op het weer organiseren van: een finale scholenkampioenschap, het NTTB tafeltenniskamp, toernooileidersopleidingen en aandacht voor spelregels en gewenst gedrag. Dat doe je allemaal samen met deskundige vrijwilligers en medewerkers. Dat het ontwikkelen van iets nieuws
lukt, dat is altijd een succesmoment. Uiteraard mislukken er ook zaken, soms willen we teveel en te snel en soms zit het ook gewoon tegen. You win some and you lose some. Door mijn sport heb ik wel geleerd dat ik een betere tafeltennisser en ook professional ben als ik me focus op `you win
some'. Veel mensen die zich concentreren op `you lose some' geven er uiteindelijk de brui aan."

Ingrid is zelf ook als speelster actief bij TT Nijmegen.

6. Wat maakt het werken voor de NTTB voor jou zo leuk? Waar kijk je met het meeste plezier op terug?

"Ik voel me thuis in de tafeltennissport. Ik speel al vanaf mijn 9^de. Het is een overzichtelijke gemeenschap, met toch ook wel overeenkomstige mensen en karakters. Niet altijd even gemakkelijke karakters, dat moet gezegd, maar die eigenzinnigheid van de tafeltennisser vind ik leuk. Het zijn
geen kuddedieren. Als je het hart van de tafeltennisser weet te vinden, heb je er een hele goede, betrouwbare en trouwe `vriend' bij.

Verder vond ik het samenwerken aan de WK Breedtesportcampagne geweldig leuk om te doen. We hebben daar een week neergezet waar we nu nog trots op zijn. Daar hebben we ook geleerd hoe tafeltennissers te bereiken die echt niet lid willen worden van een vereniging. Die kennis gaan we de komende
tijd hard nodig hebben. Ons aanbod (NTTB en vereniging) moet veel meer zijn dan alleen competitie en toernooien."

7. Wie springt er in de tafeltenniswereld voor jou bovenuit op dit moment en waarom? (dit kan een speler zijn, maar ook een toernooiorganisator etc.)

"Dat is de jongere garde die voor zichzelf begonnen is om de tafeltennissport professioneel aan te bieden. Wij werken al langere tijd samen met Marit Martens-Scheers bijvoorbeeld. Zij heeft haar eigen bedrijf Movido en heeft zich gespecialiseerd in sporters met een beperking. Ook Jeroen en
Mark van MJ Tafeltennis vallen me op. Zij bieden clinics aan op diverse locaties, zoals verzorgingstehuizen en scholen. Ze kunnen worden ingehuurd om mensen enthousiast te maken voor het tafeltennis, ze doen dat op speelse wijze. Ook professionele trainers als Martijn Spithoven en Lars
Wildenborg vallen me op. Ze hebben een missie, ze willen vanaf de basis verenigingen en hun jeugdleden betrekken bij de tafeltennissport, door middel van hoogwaardige training. Onze sport begint bij de basis: leer je die verkeerd aan, leer je het nooit meer af."

8. Naar wat voor tafeltennisevenement (nationaal of internationaal) kijk je uit? En waarom?

"Ik kijk elk jaar uit naar het NK in Zwolle. Dat zou iedere tafeltennisfan moeten doen! Wat een prachtige happening is dat geworden, met breedtesport en topsport, van beginner tot topsporter, bestuurder en trainer, alles bijeen. Peter Hanning is de eventmanager en als een vis in het water in
die rol. Hij heeft er als teambuilder echt `een NK van ons allemaal' van weten te maken. Complimenten voor het hele team!"

9. Wat is je favoriete quote/levenszin?

"Wie alles kent behalve zichzelf mist alles."

10. Hoe zie jij de NTTB in de toekomst?

"We hebben nog een aantal pittige jaren voor ons. De tafeltennissport gaat te traag mee in wat de maatschappij van ons vraagt. Verandering is niet een woord dat bij veel tafeltennissers een positieve lading heeft. Maar we zijn volop aan het veranderen, het is een wens en een noodzaak.

De instroom van een vereniging hoort altijd op peil zijn en net iets hoger te liggen dan de uitstroom. Verenigingen zullen derhalve naast jeugd andere doelgroepen moeten werven. Verenigingen - vooral de kleinere - zullen ook moeten samenwerken met elkaar om hun kaderbehoefte, hun aanbod en hun
accommodaties zo optimaal mogelijk in te vullen met elkaar. Er liggen echter heel veel kansen!!

Tafeltennis blijft een laagdrempelige sport zolang het pingpong mag heten. Omarm die term als een geuzennaam, zou ik zeggen. Blijf ook geloven in de kracht van de vereniging als stabiele kern van een groter netwerk waar tafeltennis op diverse locaties en in diverse verschijningsvormen wordt
aangeboden, al dan niet met behulp van de vereniging of bond. Ik denk dat een 250 van onze verenigingen deze omslag goed gaan doorstaan, met ondersteuning van de bond. Dat betekent ook dat 300 verenigingen het heel moeilijk gaan krijgen en al dan niet gedwongen door het accommodatiebeleid van
hun gemeente hun bestaansrecht zien afkalven.

De georganiseerde tafeltennissport zal iets afnemen, maar het totaal aantal tafeltennissers zal toenemen. De NTTB ontwikkelt zich mee door het kenniscentrum en de ondersteuner te worden van iedereen die tafeltennist of tafeltennis aanbiedt. Dat betekent ook dat we meer gaan werken op lokaal
niveau, meer producten en diensten op maat zullen aanbieden en ook andere aanbieders op de markt zullen ondersteunen of faciliteren.

Ik heb even twee voorbeelden als plaatjes bij de toekomst: Qua innovatie kunnen we een voorbeeld nemen aan de fitnessbranche. Hun kern is het trekken aan apparaten wat niemand echt leuk vindt maar bekender zijn ze omdat ze elk jaar een nieuwe rage weten neer te zetten: zumba, bootcamp,
spinning etc. Binnen de tafeltennissport gebeurt dat nog niet goed genoeg. Maar de kansen zijn er wel: ultimate tafeltennis, plankjes, iPONG, Headis...Tafeltennisvormen zijn er genoeg. Zet die in de markt, daar heb je de bond niet voor nodig, dat kun je prima zelf. Bedenk daarbij dat vrouwen
een belangrijk deel van het succes van sporten zijn (voetbal, fitness, hardlopen etc).

Een tweede voorbeeld is dat je van koffiebonen (lees tafeltennis) koffie kunt maken (lees training en competitie). Maar de KIOSK op het station biedt je rechtstreeks een kopje koffie aan (lees een evenement of toernooi) terwijl Starbucks daar een waarde aan toevoegt (lees een NK in Zwolle).
Als tafeltennissport (vereniging en bond) moeten we veel vaker KIOSK maar nog liever ook Starbucks aanbieden: een kant-en-klaar product voor de consument tegen een bepaalde prijs die staat voor kwaliteit en de marktleider. Die consument wil daar graag voor betalen. Maar veel tafeltennisleden
kopen het liefste een pak Kanis en Gunnik en zetten de koffie zelf. Zowel de `Starbucks' als de `Kanis en Gunnik' tafeltennisser moet zich thuis voelen op de vereniging, dat is de uitdaging voor de toekomst."

11. Welke vraag had je aan jezelf gesteld? En wat was je antwoord hierop geweest?

"Waarom is tafeltennis de leukste sport die er is?
Ik vind tafeltennis de leukste sport omdat je altijd weer iets nieuws kunt leren en je het (daardoor) kunt blijven spelen tot in lengte van jaren. Als ik tafeltennis, vergeet ik vanzelf even de wereld om me heen, ben ik vrij, ontspannen en geniet ik van wat de bal allemaal kan dankzij mij en
de tegenstander. Dat is de magie van tafeltennis.

Het is bovendien gezellig doordat je individueel speelt maar ook in een team. We kennen elkaar onderhand wel allemaal in onze klasse of divisie. Sportief maar gedreven spelen en dan samen een biertje en een teamsnack op goede afloop, kan niet beter."



In de volgende editie van 11 vragen aan... spreken we met meisjes junioren bondscoach Marcel Kraa. Marcel vertelt over zijn tafeltennisloopbaan en zijn visie op de NTTB in de toekomst. In de vorige editie van 11 vragen aan... spraken we met een andere trainer:Mirjam Hooman. Inmiddels is zij
gestart met de nieuwe groep jonge meiden op Papendal. Het interview gemist? Lees het dan HIER terug.