Toelichting OZB-verhoging 2015
De onroerendezaakbelasting is een belangrijke gemeentelijke belasting, waarbij de gemeente vrij is om te bepalen waaraan zij de opbrengst besteedt. De gemeente hoeft de opbrengst van de OZB niet te besteden aan doelen die vooraf zijn vastgesteld (dit is een algemeen dekkingsmiddel).
Voor het jaar 2015 was er sprake van een OZB-verhoging van 7%, de gemeenteraad heeft gevraagd om aan onze inwoners deze verhoging toe te lichten. De OZB-verhoging van dit jaar was nodig om de begroting sluitend te krijgen, bij de onderbouwing hiervan hoort de volgende globale toelichting:
De eerste 3% verhoging (op basis van de begroting 2014, ingaande het jaar 2015) is noodzakelijk gebleken als gevolg van onder andere:
* Aanzienlijk lagere uitkering van het Rijk vanaf 2015 oplopend van ongeveer EUR 390.000 in 2015 naar EUR 847.000 in 2017 en volgende jaren;
* Hogere structurele uitgaven voor vervoersvoorzieningen EUR 92.000;
* Hogere structurele uitgaven klimaatbeleid EUR 56.000.
De tweede 3% verhoging (op basis van de begroting 2015-2018) is noodzakelijk gebleken als gevolg van onder andere:
* Minder opbrengst leges omgevingsvergunningen met structureel EUR 104.000;
* Stijging uitgaven WMO Hulp bij het huishouden vanaf 2016 met EUR 256.000.
De 1% verhoging komt voort uit lagere OZB opbrengsten in 2013. Deze tegenvallende opbrengst hield voornamelijk verband met het feit dat er in 2013 aanzienlijk meer verminderingen waren toegekend dan bij de tariefberekeningen 2013 was voorzien. De lagere WOZ-waarden leiden structureel tot een
lagere OZB opbrengst. Om dit nadelige effect vanuit 2013 te repareren, diende er voor 2015 een extra verhoging van de OZB met 1% plaats te vinden (inhaaleffect).