`Leidse linguisten spelen een hoofdrol in de taalwetenschap'

Arie Verhagen

Deze week is Leiden het toneel van een van de grootste linguistische congressen ter wereld: de Societas Linguistica Europaea (SLE) Annual Meeting 2015. Marianne Mithun, hoogleraar aan de University of California in Santa Barbara en aftredend president van de SLE, verbaast zich niet over de keuze voor Leiden: "Nederlandse linguisten, en in het bijzonder die van Leiden, spelen al lange tijd een hoofdrol in de taalwetenschap." Hoe heeft Leiden zo'n prominente positie gekregen binnen de Taalkunde? Een gesprek met taalwetenschapper Arie Verhagen.

Verhoudingsgewijs groot

"Als je de positie van de Universiteit Leiden wil begrijpen, moet je naar de geschiedenis kijken.", zegt Arie Verhagen, hoogleraar Nederlandse Taalkunde en voorzitter van het organisatiecomite van de SLE 2015. "De Nederlandse linguistiek is verhoudingsgewijs heel erg groot. Er zijn weinig andere landen die zoveel academische taalkundigen per 1000 inwoners hebben als Nederland." Wat is de reden voor de Nederlandse belangstelling voor de taalkunde? Is het de Nederlandse handelsgeest die ervoor heeft gezorgd dat talenkennis - en dus ook de wetenschap van taal - onmisbaar werd en een positie van belang innam?

Een start op neutrale grond

Deels, zegt Verhagen. Maar er speelt ook iets anders mee: "Nederland was in 1928 simpelweg op het juiste moment op de juiste plaats." Het moment waar Verhagen over spreekt is het Eerste Internationale Congres van Linguisten dat in 1928 plaatsvond in Den Haag. Met de Eerste Wereldoorlog nog vers in het geheugen waren Europese landen uit elkaar gedreven en spraken linguisten uit de voormalig strijdende landen niet meer met elkaar. Een groep taalkundigen die hier verandering in wilden brengen, organiseerde een congres om de communicatieproblemen te boven te komen. Verhagen: "Als locatie waren Frankrijk, Duitsland of Engeland vanwege de animositeit geen optie, maar Nederland was tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal geweest. Zo werd Den Haag gekozen voor het Congres van Linguisten."

Opening van het Eerste Internationale Congres van Linguisten

Opening van het Eerste Internationale Congres van Linguisten

Baanbrekend voor de taalwetenschap

Nu bleek dat de taalwetenschap tijdens dit congres een belangrijke verandering doormaakte. Verhagen: "Het congres van 1928 betekende de doorbraak van de denkwijze van Zwitserse linguist Ferdinand de Saussure, waarop de moderne taalkunde voor een groot deel is gebaseerd. Dit bleek een heel belangrijk moment voor de taalwetenschap. Door deze ontwikkelingen en het feit dat het congres in Nederland plaatsvond, werd de taalkunde zichtbaar in de Nederlandse wetenschappelijke wereld. Er kwam er een enorme groei aan taalwetenschappers tot stand. Deze internationale reputatie heeft Nederland in stand weten te houden."

Een speciale rol voor Leiden

Binnen Nederland is Leiden een speciale rol toebedeeld binnen de taalwetenschap. Hoewel de Leidse Universiteit altijd een sterke component Geesteswetenschappen heeft gehad, zorgde een overheidsbezuiniging in de jaren '70 ervoor dat veel talenstudies geconcentreerder raakten in Leiden en dat Leiden het zwaartepunt werd in de studie van niet-Europese talen: de kleine talen werden groot bij de Leidse universiteit. "Dit heeft eraan bijgedragen dat Leiden vanuit een wereldwijd perspectief nu een van de meest zichtbare en interessantste plekken is waar taalkunde bestudeerd wordt", aldus Verhagen.

De SLE 2015

Het is de derde keer dat het jaarlijkse congres van het Europese taalgenootschap Societas Linguistica Europaea plaatsvindt in Leiden. Gedurende vier dagen zullen er op de Universiteit lezingen, workshops en debatten plaatsvinden op het gebied van taalkunde in de ruimste zin. 560 taalkundigen zullen naar Leiden komen om het congres bij te wonen.

Op 2 september wordt de SLE 2015 door rector magnificus Carel Stolker geopend.