Celstraffen geeist tegen verdachte mensenhandel en klant 15-jarig me..
1 september 2015 - Arrondissementsparket Midden-Nederland
Zowel een verdachte van mensenhandel als een klant van een meisje dat seksueel werd uitgebuit stonden vandaag samen voor de rechter. "Ik hecht eraan u de gehele context voor te leggen", zei de officier van justitie, "zonder klanten wordt het een mensenhandelaar moeilijk gemaakt." Ze eiste een
celstraf van 20 maanden waarvan vijf voorwaardelijk tegen de verdachte mensenhandelaar en 30 maanden waarvan tien voorwaardelijk tegen de klant.
De zaak kwam aan het licht door "Undercover in Nederland". De programmamakers onderzochten misstanden in de prostitutie en waren via een sekssite in contact gekomen met een meisje. Omdat er twijfels waren over haar meerderjarigheid, werd op 12 augustus 2014 de politie geinformeerd. Direct
daarop startte het onderzoek. De dag erop werd een afspraak met het meisje gemaakt en werd ze uit `circuit' gehaald. Het onderzoek leidde vervolgens naar de 23-jarige verdachte van mensenhandel en enkele klanten, waarvan er twee worden vervolgd. Een van hen zit momenteel in het Pieter Baan
Centrum. Zijn zaak zal op 15 december inhoudelijk behandeld worden. De andere klant, een 45-jarige man uit Velsen, stond vandaag terecht.
De man die ervan wordt verdacht het meisje te hebben uitgebuit, verklaarde dat zij zelf in de prostitutie wilde en dat hij zorgen had over haar veiligheid. De wetgeving zegt echter dat de wil van het kind geen rol speelt bij het faciliteren van mensenhandel: kinderen moeten hiertegen worden
beschermd. Bovendien heeft de verdachte volgens het OM een grotere rol gespeel. Hij maakte de advertentie, beheerde het geld, regelde klanten en had er financieel voordeel bij.
De 45-jarige klant wist volgens het meisje haar naam en leeftijd via facebook. In de weken dat ze als prostituee werkte, had ze zo'n twee keer per week een afspraak met hem. Hij behandelde haar slecht, verklaarde ze, en ging steeds minder betalen. Ze was bang voor hem maar durfde het contact
niet te verbreken. De officier vond in ieder geval drie van de afspraken bewezen, ook nadat hij vermoedde dat ze pas 15 jaar was.
De officier van justitie hield de verdachten voor dat zij hun eigen belang, het financieel gewin of het eigen genot, op de voorgrond hebben gesteld en daarmee zeer ernstige inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, dat nu diverse therapieen
volgt. De vordering die zij heeft ingediend, onder andere 5.000 euro voor immateriele schade, moet dan ook worden toegewezen. De officier eiste dat de 23-jarige man veroordeeld zou worden tot een celstraf van twintig maanden waarvan vijf voorwaardelijk. Daarbij hield ze rekening met het feit
dat de man geen strafblad heeft. Dat is anders bij de 45-jarige verdachte, die eerder veroordeeld is tot een celstraf voor een zedenfeit met een minderjarig slachtoffer. Tegen hem eiste de officier een celstraf van dertig maanden waarvan tien voorwaardelijk. Beiden moeten reclasseringstoezicht
krijgen en mogen geen contact meer hebben met het slachtoffer. Bovendien moet de klant zich verplicht laten behandelen en moet de verdachte mensenhandelaar het geld dat is verdiend met de mensenhandel, 5500 euro, worden afgepakt.
Deel dit op
*