AOb neemt tijdsbesteding leraren onder de loep
Vraag een groep leraren naar de nadelen van hun mooie baan, en de kans is groot dat de hoge werkdruk in het onderwijs het meest wordt genoemd. Om een goed beeld te krijgen van het werk dat leraren in het primair en voortgezet onderwijs dagelijks verrichten, gaat de AOb vanaf vandaag een jaar lang na hoe de dagen van een leraar eruitzien.
De AOb werkt voor dit onderzoek samen met het aan de Radboud Universiteit Nijmegen gekoppelde bureau ITS. Om een volledig beeld te krijgen, is er niet gekozen voor een kerngroep, maar worden er een jaar lang op iedere dag 600 leraren uit het ledenbestand van de bond geselecteerd: 300 uit het primair onderwijs (po) en 300 uit het voortgezet onderwijs (vo).
Tijdrovend
Zij krijgen het verzoek om al hun werkzaamheden van de volgende dag bij te houden. `Door gebruik te maken van het volledige ledenbestand vragen we bovendien niet al te veel tijd van de deelnemers,' zegt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen. `We weten uit onze brede ledenenquetes dat de dagen van onze collega's propvol zitten en op deze manier belast de AOb ze niet al te veel met weer een vragenlijst.'
Weekend en vakantie
Het onderzoek beperkt zich niet tot de werkweken, maar loopt 366 dagen. `Dat het werk van leraren niet stopt als de bel gaat, weten we allemaal', aldus Verheggen. `Maar het is niet duidelijk hoeveel tijd leraren nog steken in lesvoorbereiding, nakijkwerk of in de soms omstreden verantwoordingsformulieren van hun werkgever. Evenmin is helder wanneer ze dat soort klussen klaren. Om daarachter te komen, meten we ook in het weekend en in de vakanties. Krijgen we meteen antwoord op de vraag hoeveel vrije tijd er wordt ingezet voor de taken na de les.'
Onderwijssectoren
Dat het onderzoek zich beperkt tot leraren in het primair en voortgezet onderwijs, is een gevolg van de grootschalige aanpak. Verheggen: `Onder docenten in het po en vo is het geen enkel probleem om het komende jaar iedere dag 300 andere leden te vragen. In het beroeps- of het hoger onderwijs wordt dat lastig. Onderwijsondersteuners zijn eveneens dunner gezaaid in ons ledenbestand. Maar we verliezen ze niet uit het oog. Voor het beroepsonderwijs kijken we naar alternatieve methoden. Daarbij is in 2014 in samenwerking met de werkgeversorganisaties onderzoek gedaan naar de tijdsbesteding van ondersteunend personeel in het voortgezet onderwijs.'