SER stelt advies Agenda Stad unaniem vast
28 augustus 2015
Vanochtend heeft de raad een advies over de Agenda Stad unaniem vastgesteld.
SER-voorzitter Mariette Hamer was tevens voorzitter van de commissie die het advies heeft voorbereid. Zij gaf aan dat het ontwikkelen en benutten van talent en van ondernemerschap centraal moeten staan om te zorgen dat zoveel mogelijk mensen bijdragen aan en profiteren van het succes van de
stad. Hierbij is samenwerking tussen alle betrokkenen in de regio essentieel. Maar ook tussen stedelijke regio's is bestuurlijke afstemming en regie nodig om versnippering te voorkomen.
Namens de werkgevers sprak Patricia Hoogstraaten. Volgens haar moet het verdienvermogen van Nederland uitgangspunt zijn bij de Agenda Stad. Dat zorgt ervoor dat voor iedereen de welvaart wordt vergroot. Het advies verbindt internationale groeikracht met sociaaleconomische vraagstukken in de
wijken. Voorwaarden voor succes zijn nationale en publiek-private afstemming. Toegang tot de stad en mobiliteit binnen steden vormen een bottleneck voor de toekomst. Zij vond dat daarbij het belang van de verbinding tussen stad en platteland niet uit het oog moet worden verloren, uit het
oogpunt van voedselvoorziening, natuur, recreatie, zorg en groene energie. Regionale overheden moeten samen optrekken met bedrijfsleven en kennisinstellingen, bijvoorbeeld in economic boards, om de economische kracht van de regio verder uit te bouwen.
Gijs van Dijk (FNV) voerde het woord namens de drie vakcentrales. Hij stelde vast dat het kabinet decentralisaties heeft gecombineerd met bezuinigingen. Steden zouden daarin de oplossing moeten zijn voor bijna alles, maar tegelijk doemen er voor steden nieuwe uitdagingen en problemen op. Hij
benadrukte dat de stad alleen de toekomst heeft als de verantwoordelijke overheden (rijk en gemeente) zorg dragen voor alle inwoners. Hij vroeg zich af hoe de steden omgaan met ongelijkheid en de spanningen tussen leefbaarheid en drukte. En of het mogelijk is voldoende werkgelegenheid te
creeren die inwoners in staat stelt om echt te participeren.
Het kroonlid Romke van der Veen constateerde dat de stad een sociaal vergrootglas is. Er is een samenhang tussen de omvang van steden en zaken als onveiligheid, werkloosheid, armoede en criminaliteit. Maar steden zijn ook broedplaatsen voor innovatie, hoogwaardige werkgelegenheid en cultuur.
Het SER-advies spreekt in dit verband over een agglomeratie-effect of agglomeratievoordeel. Het advies gaat in op de vraag onder welke voorwaarden er door clustering van allerlei zaken in productieve en consumptieve zin voordeel kan worden gevonden. Dan gaat het om het woon- en
vestigingsklimaat, de infrastructuur, onderwijs en innovatiestimulering. Van groot belang is dat steden hiermee niet met elkaar gaan concurreren, maar juist samenwerken en op elkaar afstemmen. Het komt dus aan op bestuurlijke slagkracht.
Bij de raadsvergadering waren ook twee gasten aanwezig die hun reactie gaven op het advies SER-agenda voor de stad.
Ferd Crone, burgemeester van Leeuwarden en voorzitter van G32 Stedennetwerk, ging in op de parallellen en verschillen tussen het SER-advies en het advies dat G32 gaf voor de Agenda Stad.
Volgens Crone zijn er veel overeenkomsten tussen de beide adviezen:
* G32 en de SER delen de zorg om de tweedeling in de stad. Kan iedereen meekomen?;
* Investeren in onderwijs staat bij beide organen hoog op de agenda, net als het ontwikkelen van arbeidsmarktregio's;
* Het is van groot belang dat er ruimte is voor proeftuinen en voor de stedelijke regio, want daar zit de dynamiek. Het gaat bij de stedelijke regio's niet alleen om de Randstad maar ook om andere regio's. De veelzijdigheid moet zichtbaar blijven.
Namens G32 zet Crone wel wat vraagtekens bij de aanbeveling van de SER voor eenvormige nationale regelgeving. Geeft dat echt ruimte voor regionaal beleid? Innovatie vraagt volgens hem juist om aanpassing van de regels. Amsterdam moet geen Groningen worden en vice versa. Volgens Mariette Hamer
deelt de SER deze visie. De SER wil geen landelijke regelgeving maar wel een landelijk kader. Regionaal beleid is het uitgangspunt. De G32 komt met een vervolg aan de hand van een aantal thema's en Crone roept de sociale partners op een actieve bijdrage te leveren aan de invulling hiervan.
Bert van Delden dankte de SER voor het bruikbare advies met de heldere analyse en ontwikkelingsrichting. Van Delden is plaatsvervangend directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties en verantwoordelijk voor het programma Agenda Stad van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Het ministerie maakt de vervolgstap met Agenda Stad momenteel vooral door te komen tot citydeals. Dit zijn voorstellen van steden voor het boeken van voortgang op bepaalde concrete terreinen. Een voorbeeld van zo'n citydeal is de grensoverschrijdende samenwerking over economie en arbeid in
Limburg. Het Rijk (EZ, SZW, OCW, BZK en BZ) ondersteunt dergelijke citydeals op concrete wijze door onder andere gesprekken met buurlanden te organiseren over de gelijkschakeling van bijvoorbeeld MBO-diploma's en door mensen in de regio te informeren over het werken over de grens.
Binnenlandse Zaken is momenteel druk bezig met het selecteren van de beste citydeals. Daarna klopt het ministerie graag weer bij de SER aan voor vervolgadvies over de steden en verder meewerken door sociale partners op concrete punten. Te denken valt dan aan de vraag welke bestuurlijke
vernieuwing nodig is om de city deals te doen slagen?
Mariette Hamer dankt de gasten voor hun bijdrage en wijst de vergadering ten slotte op de publieksversie van het advies SER-agenda voor de stad.
[IMG] print
[IMG][IMG][IMG]