Slijterij in supermarkt onder vuur
De rechtbank in Den Bosch heeft bepaald dat bij twee supermarkten altijd een leidinggevende fysiek aanwezig moet zijn bij de inpandige slijterij. De zaak kan vergaande consequenties hebben voor andere supermarkten.
De rechtszaak was door de slijters aangespannen tegen de Albert Heijn (Gall & Gall) en de Emte in respectievelijk Someren en Sint-Oedenrode. De Drank- en Horecawet (DHW) schrijft voor dat er altijd een leidinggevende aanwezig dient te zijn in de `inrichting'. Het gaat dan in beginsel om een
leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel van de vergunning. De verantwoordelijkheid voor naleving van deze wet ligt bij de gemeenten. Zij vinden het meestal voldoende als de leidinggevende in de supermarkt aanwezig is en snel in de slijterij kan zijn. De slijters pleiten voor een
striktere naleving van de DHW. Zij vinden dat de leidinggevende ook fysiek in de inpandige slijterij aanwezig moet zijn.
Als de uitspraak van de rechter in Den Bosch overeind blijft, kan dit ervoor zorgen dat veel meer supermarkten anders om moeten gaan met hun slijterij. Het is nog niet duidelijk of in deze zaak hoger beroep volgt.
Reactie Vakcentrum
Het Vakcentrum bestudeert de uitspraak van de rechtbank in Den Bosch. Zij wil supermarktondernemers erop wijzen dat de aanwezigheid van de leidinggevende juridisch nog niet helemaal is uitgekristalliseerd. Het Vakcentrum voert hierover overleg met partijen. Vanzelfsprekend houden wij onze
leden op de hoogte van de ontwikkelingen.
Klik hier voor de uitspraak van de rechtbank.