MDG 8: Een wereldpartnerschap voor ontwikkeling creeren
Datum: 24 augustus 2015
UN
MDG 8In onze reeks `Millenniumdoelen' deze maand Millenniumdoel 8: een wereldpartnerschap voor ontwikkeling creeren (1). En wat zijn de conclusies na 15 jaar Millenniumdoelen? Hoe zullen de nieuwe ontwikkelingsdoelen eruit zien?
De formulering van de meeste targets onder deze doelstelling was vrij algemeen van aard en het verband met meetbare indicatoren veel minder voor de hand liggend dan bij de gezondheidsdoelstellingen bijvoorbeeld. Voor enkele streefdoelen zijn niettemin concrete cijfers beschikbaar.
Target 8A: verder een open, gereguleerd, voorspelbaar en niet discriminerend handels- en financieel systeem uitbouwen
De handelsbelemmeringen die voortvloeien uit douanetarieven werden verder afgebouwd. Voor landbouwproducten is het gemiddeld invoertarief gedaald van 11,5% in 1996 tot 7,9% in 2012. Voor textiel lagen de gemiddelde percentages op 2 resp. 0,9%; voor kleren op 10,4 resp. 7,7%.
De interne landbouwsubsidies in de OESO-landen (die een belemmering vormen voor de uitvoer uit ontwikkelingslanden) kenden weliswaar een nominale stijging (van 325 miljard dollar in 1990 tot 415 miljard dollar in 2012), maar als aandeel van het BNP daalden zij substantieel van 2,37% in 1990
tot 0,94% in 2012.
Target 8B: De speciale noden van de minst ontwikkelde landen aanpakken
De officiele ontwikkelingshulp van de OESO-landen (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is (in nominale termen tenminste) gestegen van 52,8 miljard dollar in 1990 tot 126,9 miljard in 2013. In reele termen en zeker als percentage van het nationaal inkomen is de evolutie
echter veel minder gunstig. Het laatste percentage is immers gedaald van 0,32% in 1990 tot 0,30% in 2013. Het streefdoel van 0,7 is dus zeer ver weg.
Ook in zake de speciale inspanningen voor de minst ontwikkelde landen liggen de cijfers niet zo gunstig. In absolute termen was er wel een grote vooruitgang, aangezien de volumes stegen van 15,1 miljard dollar in 1990 tot 40,5 miljard dollar in 2012, maar percentsgewijs bleef de
donor-inspanning hangen op het niveau van 0,09%, vrij ver verwijderd van het streefdoel 0,15 `a 0,20%.
Target 8D: De schuldenproblematiek van de ontwikkelingslanden systematisch aanpakken ("comprehensively") en de schulden draaglijk maken
De schuldendienst van de ontwikkelingslanden, als percentage van de uitvoer van goederen en diensten is spectaculair gedaald van 19,4% in 1990 tot 3,1% in 2012. Ook voor de meeste regio's is de situatie sterk verbeterd. In Sub-Sahara Afrika bijvoorbeeld is de schuldendienst gedaald van 17,6
tot 3,3%.
Target 8F: In samenwerking met de privesector, de voordelen van nieuwe technologieen beschikbaar stellen, vooral op het vlak van informatie en communicatie
Op dit vlak is de vooruitgang soms spectaculair, al is de band met het officiele beleid niet altijd zeer direct.
Wereldwijd is de toegang tot het mobiele telefoonnet gestegen van 1,6 per 100 inwoners in 1995 tot 89,3 in 2012. In ontwikkelingslanden bedroegen deze percentages resp. 0,4 en 82,6.
Ook inzake toegang tot het internet is er sprake van een grote vooruitgang. Wereldwijd is het aantal internetgebruikers gestegen van 0,8% in 1995 tot 35,5% in 2012. In ontwikkelingslanden bedroegen de percentages resp. 0,1 en 27,3.
Conclusies
Al bij al kunnen we stellen dat de Millenniumdoelen (MDG's) voor een behoorlijke vooruitgang gezorgd hebben. Op een generatie tijd zijn voedsel, onderwijs, gezondheidszorgen, water, energie en informatie- en communicatietechnologie beschikbaar geworden voor honderden miljoenen mensen die daar
vroeger geen toegang toe hadden.
Desalniettemin schiet de wereldgemeenschap nog steeds tekort in het aanbieden van essentiele goederen en diensten aan vele honderden miljoenen wereldburgers die daar volgens de universele verklaring van de rechten van de mens aanspraak op kunnen maken. Een aantal van de meer ambitieuze MDG's
werden niet gehaald en daar kunnen wij geen vrede mee nemen.
Ondertussen komt de belangrijke VN-conferentie die over de opvolgers van de MDG's zal beslissen heel nabij. Van 25 tot 27 september 2015 worden immers in New York de nieuwe `duurzame ontwikkelingsdoelen' of SGD's aangenomen. Daar is een lang post-2015-debat aan voorafgegaan.
Het ziet er naar uit dat de doelstellingen die nog niet werden gehaald opnieuw op de agenda zullen komen. Het volledig uitbannen van extreme armoede en honger moet mogelijk zijn in een volgende periode. Ook de laatste 10% kinderen op schoolleeftijd zouden binnen afzienbare tijd moeten kunnen
bereikt worden. Hetzelfde geldt voor enkele doelstellingen inzake gezondheid en toegang tot water en sanitaire voorzieningen. Op al deze vlakken is de vooruitgang gestaag gebleken, ondanks een soms tegenvallend ritme. Het lijkt voor de meeste daarvan vooral een kwestie van volhouden en van
tijd.
Op Belgisch vlak hebben wij inzake post-2015 vooral de nadruk gelegd op ongelijkheid en sociale bescherming. Die twee invalshoeken lijken ons cruciaal voor het verder realiseren van de `unfinished MDG-agenda'.
Maar de echte uitdaging voor het post-2015-ontwikkelingskader ligt op een ander vlak. Het gaat er inderdaad om tot een echte globale agenda te komen waarbij duurzaamheid en respect voor de planetaire grenzen inzake milieu, klimaat en natuurlijke rijkdommen volledig worden geintegreerd in de
sociaal economische ambities. Of, misschien nog meer, omgekeerd, waarbij het vrijwaren van een leefbare aarde voor de komende generaties (mother earth) het centrale aandachtspunt vormt voor duurzame ontwikkeling. Vandaar: sustainable development goals.
Het impliceert ook dat de opdeling ontwikkelde versus ontwikkelingslanden verdwijnt. De nieuwe agenda is waarlijk globaal en een succesvolle aanpak zal ongetwijfeld rekening moeten houden met de aspiraties van de landen en bevolkingsgroepen die zich vooralsnog uitgesloten voelen van
traditionele machts- en beslissingscentra.
https://sustainabledevelopment.un.org/post2015/summitExterne link
Copyright foto: UN Photo/Eskinder Debebe
----------
(1) Situatie januari 2015