Van L-gas naar H-gas


24/08/2015

Anton Broenink, directeur Strategie en Optimalisatie Anton Broenink, directeur Strategie en Optimalisatie

"De vondst en ontwikkeling van het Groningenveld, zo'n vijftig jaar geleden, markeert het begin van het aardgastijdperk in Nederland, eigenlijk in Noord-West Europa. Al snel na de vondst van het veld werden huishoudens en industrie grootschalig aangesloten op het Groningengas. Dit gebeurde
niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland, Belgie en Noord-Frankrijk. Het Groningengas is van een unieke kwaliteit doordat het ongeveer 15 procent stikstof bevat en een lagere verbrandingswaarde heeft in vergelijking tot Russisch gas, Noors gas en Liquified Natural Gas (LNG). De
apparatuur in onze huizen en in de industrie is ingesteld op deze gaskwaliteit en kan niet zo maar overweg met andere kwaliteiten.

De totale markt voor het Groningengas is ongeveer 70 miljard kubieke meter per jaar, waarvan vorig jaar 42,4 miljard kubieke meter is geleverd uit het Groningenveld en circa 10 miljard kubieke meter uit kleine productievelden in Nederland en Duitsland. Aan de overige vraag wordt voldaan door
Russisch en Noors gas te mengen met stikstof, zodat de verbrandingswaarde gelijk is aan het Groningengas. Dit gebeurt in installaties van Gasunie in Ommen, Pernis, Wieringermeer en Zuidbroek. Omdat de productie uit het Groningenveld de komende jaren naar verwachting zal afnemen en de productie
uit kleine velden sterk daalt, wordt binnenkort de Gasunie-installatie in Zuidbroek fors uitgebreid. Deze uitbreiding zal in 2019 in gebruik worden genomen. Omdat Groningen in de verre toekomst steeds minder gaat produceren, is een uitbreiding op termijn onvoldoende. Het steeds verder
uitbreiden van de stikstofmenginstallaties is echter kostbaar.

Daarom is er gezocht naar een alternatief.

In samenwerking met de Nederlandse, Duitse, Franse en Belgische overheden, Gasunie Transport Services (GTS) en GasTerra is afgesproken om in fases verschillende marktgebieden `om te bouwen' en geschikt te maken voor andere gaskwaliteiten zoals Noors-, Russisch gas en LNG. Afgesproken is dat
Duitsland deze ombouw tussen 2020 en 2030 uitrolt. Belgie en Frankrijk gaan ombouwen tussen 2024 en 2030. Tot slot kan Nederland door deze afspraken de ombouwactiviteiten uitstellen tot 2030.

Duitsland kan relatief snel beginnen omdat de centrale verwarmingsketels die de Duitsers thuis gebruiken al geschikt zijn voor meerdere gaskwaliteiten. Voor de ketels die gebruikt worden in Nederlandse huizen geldt dat niet. Binnenkort wordt de gastoestellenrichtlijn aangepast door de
Nederlandse overheid. Dit betekent dat alle nieuwe toestellen in de toekomst geschikt moeten zijn voor meerdere gaskwaliteiten. De verwachting is dat tussen nu en 2030 de toestellen in de meeste huizen vervangen moeten worden. Daardoor wordt de ombouw in Nederland een stuk eenvoudiger.

Wel bijzonder dat we als GasTerra deelnemen aan deze discussie. Vijftig jaar geleden hebben we geijverd om Groningengas te introduceren bij onze afnemers. Nu helpen we mee om de afnemers voor te bereiden op een toekomst met ander gas dan Groningengas."

Anton Broenink, directeur Strategie en Optimalisatie