Groeiende segregatie in Europese steden door inkomensongelijkheid
17 augustus 2015 door Communication BK
De groeiende kloof tussen arm en rijk zorgt in steeds meer Europese steden voor ruimtelijke segregatie. Arm en rijk wonen steeds verder uit elkaar en dit kan funest zijn voor de sociale stabiliteit en de competitiekracht van steden, blijkt uit de vergelijkende studie Socio-Economic Segregation in European Capital Cities.
De studie vergelijkt de situatie van 2001 met die van 2011 in dertien Europese steden. Conclusie: op veel plaatsen holt de sociale menging achteruit. Met enige vertraging zorgt sociaaleconomische ongelijkheid ervoor dat inkomensgroepen steeds verder uit elkaar gaan wonen. "Die ruimtelijke scheiding van arm en rijk kan een voedingsbodem zijn voor onbegrip en sociale onrust", zegt Maarten van Ham, hoogleraar Stedelijke Vernieuwing aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. "Recente rellen in Parijs, Londen en Stockholm zijn niet los te zien van concentraties van armoede in deze steden. Onze studie wijst uit dat dit probleem groeit." Van Ham was een van aanjagers van het onderzoek.
Toenemende ongelijkheid onder invloed van globalisering, herstructurering van de economie en arbeidsmarkt, neoliberale politiek en (in sommige steden) teruglopende investeringen in de sociale huursector zijn directe oorzaken van de groeiende segregatie. Dat is de conclusie die de betrokken wetenschappers trekken uit harde data van de onderzochte steden. Teams in London, Amsterdam, Riga, Vilnius, Tallinn, Madrid, Milaan, Athene, Boedapest, Oslo, Stockholm, Praag en Wenen zetten voor de studie vergelijkbare gegevens per stad op een rijtje over onder meer inkomen en banen. Aan de hand van literatuur deden ze voorspellingen over de segregatie in ieder van de dertien steden en toetsten deze aan de praktijk. De toetsing koppelden ze aan een diepgaande analyse per stad van de unieke lokale situatie en het beleid.
Daaruit blijkt dat de theorie lang niet altijd overeenkomt met de praktijk. Zo heeft Stockholm al lang niet meer de gelijkmatige verdeling van sociale milieus die vroeger kenmerkend was voor het `sociale paradijs' Zweden. Het liberale politieke klimaat van de afgelopen decennia maakte daarmee snel korte metten: Stockholm liet de sterkste stijging van segregatie tussen arm en rijk zien over de afgelopen tien jaar. Voorspellingen over typische West-Europese steden kwamen uit voor het geglobaliseeerde Londen (sterk gesegregeerd) en Amsterdam (matig gesegregeerd), maar niet voor Wenen. In de Oostenrijkse hoofdstad ging de sterke menging van rijk en arm juist teloor in het eerste decennium van de 21ste eeuw. Dat komt vooral door concentratie van lagere inkomensgroepen in sociale woningbouw en door toestroom van immigranten, concluderen de onderzoekers. In Athene zijn inkomensverschillen ook groot, maar van sterke ruimtelijke segregatie is geen sprake. De woningmarkt in de Griekse hoofdstad, met haar hoge percentage eigenwoningbezit, zit `op slot' door de economische crisis, is de conclusie. Amsterdam is de enige van alle onderzochte steden waar de sociale menging van bevolkingsgroepen iets toenam. "Dit is waarschijnlijk een tijdelijk gevolg van de crisis. Sinds het begin van de crisis verhuisden Amsterdamse middenklasse gezinnen nauwelijks uit goedkope sociale woningbouw waardoor menging in stand bleef", zegt Sako Musterd, hoogleraar stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam.
Hoewel de studie was gericht op inkomenssegregatie, is duidelijk dat etniciteit vaak meespeelt. Dat is het geval in Stockholm, maar ook zeker in Tallinn, de Europese koploper op het gebied van sociaaleconomische segregatie. Achterstandswijken met hoge concentraties lage inkomensgroepen zijn hier vooral bevolkt door etnische Russen. Opmerkelijk genoeg valt de segregatie alleszins mee in de andere Baltische hoofdsteden Riga en Vilnius.
Sociaaleconomische segregatie vermindert de competitiekracht van steden. Inwoners die kunnen, vertrekken uit buurten met overwegend lage inkomensgroepen. Het segregatieproces versnelt daardoor en dat maakt steden vatbaarder voor sociale onrust en minder aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven. Volgens Van Ham is een beperkte mate van segregatie op zich niet slecht, maar moeten extremen worden vermeden. Dit kan door investeren in buurten en wijken, maar vooral door ongelijkheid te verkleinen door investeringen in onderwijs en sociale mobiliteit. "Dat is geen kwestie van kunnen maar van willen. Segregatie is deels een gevolg van politieke keuzes, de politiek kan het proces ook keren."
De studie Socio-Economic Segregation in European Capital Cities is nu verkrijgbaar bij uitgeverij Routledge in de serie Regions and Cities via deze link.
De redactie is handen van:
* Tiit Tammaru, hoogleraar Stads- en Bevolkingsgeografie, Universiteit van Tartu, Estland.
* Szymon Marcinczak, Ass., Instituut voor Stadsgeografie en toerisme, Lodz, Polen.
* Maarten van Ham, hoogleraar Stedelijke Vernieuwing, Faculteit Bouwkunde, TU Delft.
* Sako Musterd, hoogleraar Stadsgeografie, Universiteit van Amsterdam.