Twee extremisten in voorarrest wegens dodelijke brandstichting

Israel heeft twee Joods-religieuze extremisten in administratieve detentie genomen. Dit is een lang voorarrest dat tot 6 maanden kan duren en ook kan worden verlengd. Moshe Yaalon, de Israelische minister van Defensie, heeft de maatregel zondag bekend gemaakt. Door de administratieve detentie, waarbij mensen zes maanden zonder proces kunnen worden vastgehouden, heeft Israel de tijd om meer bewijs tegen de verdachten te verzamelen, waarna zij terecht kunnen staan. De twee zijn vastgezet zodat zij intussen geen verdere acties kunnen ondernemen.

De twee worden verdacht van de brandstichting in het Palestijnse dorp Doema, waardoor een klein jongetje omkwam. Intussen is ook de vader van het gezin aan zijn verwondingen bezweken. Israel behandelt dit als een terroristische aanslag. Dit opent de mogelijkheid voor het lange voorarrest (administratieve detentie) en zal bij een veroordeling ook leiden tot hoge straffen.

Israel heeft de afgelopen dagen nog eens vijftien joodse extremisten gearresteerd in verband met de aanslag. Een aantal van hen is inmiddels vrijgelaten.

De advocaten van de verdachten zijn het niet eens met de beslissing om hen in administratieve detentie te plaatsen. Zij verwachten dat er de komende dagen nog meer Israeli's onder voorarrest zullen worden geplaatst naar aanleiding van de brandstichting. Een van de advocaten, Aaron Roze, is van mening dat door het opleggen van de administratieve detentie het 'rechtssysteem in gevaar' wordt gebracht.

Israel is niet het enige democratische land die dit middel toepast. Ook Engeland in de strijd tegen de IRA en de VS in Guantanomo Bay hebben dat gedaan. Er zitten momenteel in Israelische gevangenissen zo'n 300 mensen in administratieve detentie, meest Palestijnen en enkele radicale Joodse kolonisten.