Dat is de uitkomst van de Telecommonitor van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Henk Don, bestuurslid ACM: "Consumenten kiezen vaak voor pakketten in plaats van losse contracten. De concurrentie verschuift steeds meer naar deze alles-in-1 abonnementen."

Groei in kopernet en glasvezel

De markt voor internet is in beweging. Voor het eerst sinds jaren neemt het aantal aansluitingen via het kopernetwerk van KPN weer toe. Glasvezel blijft sterk groeien, al is het totale aantal aansluitingen nog relatief laag. Internet via kabel loopt iets terug. Henk Don: "Hoewel het totale aantal internetaansluitingen nog maar licht groeit, is de markt wel in beweging. Concurrerende aanbieders dingen met verhoging van hun internetsnelheden naar de gunst van de consument."

Het aantal breedband retailaansluitingen voor glasvezel, kabel en DSL vanaf het vierde kwartaal in 2013 tot en met het eerste kwartaal in 2015. De aantallen zijn keer 1000

Snel, sneller, snelst

Een grote groep gebruikers heeft behoefte aan zeer snel internet van 100 Mbit/s of meer. Zij kiezen dan ook vaker voor glasvezel. De telecommonitor laat zien dat van de 60.000 nieuwe glasvezelklanten, de helft voor dit zeer snelle internet kiest. Daarmee kunnen meerder personen in een huishouden tegelijkertijd internetten en tv kijken. Maar ook voor internet met een minder hoge snelheid gaat de groei door. Inmiddels heeft 62 procent van de huishoudens een snelheid van 30 Mbit/s of meer. Dit is het resultaat van de snelheidsverhogingen die door aanbieders zoals KPN en Ziggo zijn doorgevoerd. Voor komende kwartalen verwacht ACM een verdere stijging van internetsnelheid omdat KPN momenteel fors investeert in het upgraden van zijn kopernetwerk. Met nieuwe technieken kan KPN op koper snelheden van meer dan 100 Mbit/s realiseren. Nederland ligt hiermee goed op koers met de Europese doelstellingen. In 2020 moet voor alle huishoudens internet met een snelheid van minimaal 30 Mbit/s beschikbaar zijn.

Onderzoek Netflix-conflict

Vandaag start de consultatie over het onderzoek naar IP interconnectie dat ACM in opdracht van het ministerie van Economische Zaken heeft gedaan. Om content van het ene netwerk naar het andere netwerk te sturen en andersom, maken de netwerkeigenaren afspraken over verbindingen (interconnectie). De netwerkeigenaren kunnen aanbieders van internettoegang zijn, maar ook leveranciers van content of gespecialiseerde aanbieders van verbindingen. De afspraken varieren van een mondelinge overeenkomst met gesloten beurzen tot een uitgewerkt contract met financiele compensaties.

In Amerika ontstond op dit vlak in 2013 een conflict tussen Netflix en het kabelbedrijf Comcast. Er ging veel content van Netflix naar klanten van Comcast en daarom was meer capaciteit nodig voor het afleveren van tv-series. Comcast wilde daar een vergoeding voor die Netflix niet wilde betalen. Consumenten werden de dupe van deze strijd omdat de capaciteit niet werd verhoogd en Netflix vanwege `beperkte capaciteit' in veel lagere kwaliteit of met haperingen te zien was voor Comcast-klanten.

ACM heeft onderzocht of dit soort problemen ook in Nederland te verwachten zijn. De Nederlandse markt geeft hier geen aanleiding voor. Concurrentie op de markt voor internettoegang prikkelt aanbieders om te zorgen voor goede verbindingen. Als er toch dergelijke conflicten optreden dan verwacht ACM deze aan te kunnen pakken.