Jouw internetverkeer is ruilmiddel voor geheime diensten
Waarom wil de minister dat de Nederlandse geheime diensten op grote schaal het internet van veel onschuldige burgers kunnen aftappen? De toezichthouder op die geheime diensten verwoordde het luid en duidelijk in een recent rapport. Jouw internetverkeer is een ruilmiddel.
De toezichthouder, de CTIVD, publiceerde deze week de resultaten van haar langlopend onderzoek naar de manier hoe de MIVD met buitenlandse geheime diensten samenwerkt. Het "algemene beeld is positief" en "het aantal onrechtmatigheden is beperkt." Dat neemt niet weg dat elke onrechtmatigheid er
eentje teveel is: de geheime diensten beschikken over vergaande bevoegdheden en opereren tegelijkertijd vrijwel volledig in het geheim.
Uit het rapport blijkt dat de militaire geheime dienst "veelvuldig" gegevens die zij heeft verzameld, deelt met de geheime diensten in andere landen. Het kan gaan om algemene rapportages, maar ook over concrete en hoogstpersoonlijke informatie. Gelukkig komen niet alle landen komen daarvoor in
aanmerking. Naties waar de term "democratie" zelfs uit het woordenboek is geschrapt krijgen niets. Nederland wil immers niet meewerken aan de schendingen van mensenrechten in andere landen. De toezichthouder concludeert dat er "vooralsnog nauwelijks" sprake is van het delen van gegevens met
twijfelachtige regimes.
De crux zit natuurlijk in dat "vooralsnog" en "nauwelijks". Het gebeurt dus sporadisch wel degelijk dat gegevens worden uitgewisseld met diensten waarbij getwijfeld kan worden aan de betrouwbaarheid, professionaliteit en de werkwijze. En dan is het belangrijk dat er goed is nagedacht over de
voorwaarden waarop dat gebeurt. De CTIVD constateert dat de MIVD geen beleid heeft opgesteld daarvoor heeft opgesteld.
Uit het rapport van de CTIVD wordt ook duidelijk waarom de minister zo graag wil dat onze geheime diensten op grote schaal het internetverkeer van onschuldige burgers wil kunnen aftappen. De informatie die uit dat verkeer wordt gevist is een gewild ruilmiddel voor de geheime diensten. Of,
zoals de CTIVD het glashelder verwoordt:
"Het is voor de MIVD van belang zorg te dragen voor een voldoende groot aanbod van uitruilbare inlichtingen. Het bijhouden van de quid-pro-quo-balans - de kwantitatieve en kwalitatieve verhouding tussen hetgeen is verstrekt en hetgeen is verkregen - is van wezenlijk belang voor de MIVD in
het bepalen van de eigen positie ten opzichte van de buitenlandse diensten."
Willen we dat wel? Vinden we dat wel wenselijk? Hebben de Nederlandse geheime diensten die uitruil van gevoelige informatie wel nodig? En als dat al nodig is, is het dan ook noodzakelijk om op grote schaal het internetverkeer van onschuldige burgers af te tappen, te analyseren en uit te
ruilen?
De verantwoordelijke ministers horen graag jouw mening op het conceptwetsvoorstel voor de uitbreiding van de bevoegdheden van de geheime diensten. Dat voorstel is lang en een goede analyse duurt lang. Wij willen je graag helpen: op 11 augustus publiceren we een tool die het je makkelijk maakt
je mening te spuwen.