Hersenrevalidatie verbetert kwaliteit van leven na hartstilstand


23 juli 2015

Hersenrevalidatie verbetert kwaliteit van leven na hartstilstand

Nieuws > Hersenrevalidatie verbetert kwaliteit van leven na hartstilstand

MAASTRICHT, 23 juli 2015 - De kwaliteit van leven na een hartstilstand kan aanzienlijk worden verbeterd door tijdens het herstel speciaal aandacht te hebben voor gevolgen voor de hersenen. Dat blijkt uit onderzoek van het Maastricht UMC+ in samenwerking met Adelante Zorggroep. Door een
hartstilstand wordt namelijk niet alleen het hart, maar ook het brein beschadigd, waardoor problemen met het geheugen en het denkvermogen ontstaan. Door de inzet van een gespecialiseerd verpleegkundige kunnen mensen onder andere weer eerder terug aan het werk. De resultaten van het onderzoek
zijn recent gepubliceerd in het toonaangevende International Journal of Cardiology.

Momenteel overleeft een op de vijf mensen een hartstilstand. Door de inzet van openbare AED's (defibrillatoren) en actieve reanimatiecampagnes stijgt dat percentage steeds verder. De helft van de overlevenden krijgt echter te maken met cognitieve problemen, zoals verslechtering van het
geheugen en een verminderd denkvermogen. Dit wordt veroorzaakt doordat de hersenen tijdens een hartstilstand tijdelijk niet van bloed worden voorzien, waardoor schade ontstaat. In het nazorgtraject wordt logischerwijs veel aandacht besteed aan de gevolgen voor het hart, maar problemen met het
brein worden vaak minder goed herkend. Dat kan leiden tot bijvoorbeeld verstoringen in het denkvermogen, gedragsveranderingen, depressie en angst, maar ook tot moeilijkheden bij terugkeer op het werk en in de sociale omgang.

Neurologie en cardiologie
Om de kwaliteit van leven na een hartstilstand te verbeteren, is het Maastricht UMC+ samen met Adelante Zorggroep het zogeheten ALASCA-onderzoek gestart. In samenwerking met verschillende andere ziekenhuizen in Nederland werden in deze studie overlevenden van een hartstilstand een tijdlang
gemonitord. Uit het onderzoek blijkt onder andere dat het inzetten van een gespecialiseerd verpleegkundige met kennis van zowel neurologie als cardiologie een grote meerwaarde heeft. "Dat is echter iets dat niet in ieder ziekenhuis voor handen is", zegt prof. dr. Jeanine Verbunt, hoogleraar
revalidatiegeneeskunde. "Door, naast het hart, ook aandacht te hebben voor het brein blijken patienten een jaar na een hartstilstand een aanzienlijk verbeterde kwaliteit van leven te hebben en al na drie maanden waren veel meer mensen weer terug aan het werk in vergelijking met de
controlegroep."

Interventie
De gepleegde interventie is relatief eenvoudig. Enkele weken na een hartstilstand bepaalt de gespecialiseerd verpleegkundige welke gevolgen dat heeft gehad. Daarbij wordt extra aandacht besteed aan de mogelijke negatieve effecten voor het brein. "Als de patient bijvoorbeeld tekenen vertoont
van een verslechterd geheugen, wordt daar tijdens het verdere behandeltraject speciaal op gelet", zegt revalidatiearts Veronique Moulaert. De verpleegkundige gaat in een aantal contactmomenten met de patient aan de slag en geeft onder andere informatie en advies over cognitief herstel. Zo
nodig wordt de patient voor uitgebreidere revalidatie doorverwezen. Moulaert: "Na een jaar bleek deze de inzet van de verpleegkundige ervoor te zorgen dat de kwaliteit van leven aanzienlijk was toegenomen."
Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door ZonMW, Fonds Nuts Ohra en Stichting Elisabeth Strouven