Uitnodiging om kracht van de burger te benutten


Sinds januari van dit jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning op het gebied van zorg, jeugd en werk. De gemeente Stein werkt intensief samen met andere gemeenten, burgers en met zorg- en werkpartners om deze taken goed vorm te geven. Hoe lukt dat tot nu toe? In diverse
artikelen belichten verschillende partijen hun aandeel in dit proces. Deze week de visie van Jan Raes, voorzitter van de Participatieraad.



Jan Raes, voorzitter Participatieraad:
Uitdaging om kracht van de burger te benutten

Sinds 1 januari van dit jaar heeft gemeente Stein een Participatieraad, een onafhankelijk adviesorgaan voor alles op het gebied van zorg, welzijn, werk en inkomen*. Kortom, onderwerpen waar iedereen vroeg of laat mee te maken krijgt. De Participatieraad zet zich dan ook in voor alle inwoners
van Stein. Als leidraad geldt hierbij 'iedereen moet kunnen meedoen'. Meedoen over de volle breedte van de Steinse bevolking, jong en oud, ongeacht maatschappelijke of economische positie, ongeacht beperkingen. Een flinke uitdaging waar ook een stevige vinger in de pap bij hoort. Hoe ze die
burger stevig kunnen vertegenwoordigen, is voor de participatieraad nog een zoektocht. Net als voor alle partijen die zoekende zijn naar hun rol in het veranderde zorglandschap.

Krachtenbundelen
De nieuwe participatieraad is in feite een samenvoeging van kleinere clientenraden op allerlei beleidsterreinen. Onder andere de Wmo raad maakt onderdeel uit van de Participatieraad en brengt gevraagd en ongevraagd advies uit richting burgemeester en wethouders ten aanzien van het beleid dat
de gemeente voert. "Door de krachten te bundelen krijgen burgers een `luidere' stem bij de herinrichting van de zorg"; aldus voorzitter Jan Raes. "We willen een volwaardige gesprekspartner zijn bij alle plannen die de gemeente maakt. Proactief, onbevooroordeeld en positief kritisch. We zijn
geen klachtenbureau maar willen wel weten waar dingen niet goed gaan, waar we kunnen verbeteren. Dus gaan we het veld in, op zoek naar onze achterban, om signalen op te vangen en gegevens te verzamelen. Want dat is de basis waarmee we aan de slag kunnen."

Zijn de veranderingen in de zorg vooral een bedreiging of zien jullie ook kansen?
Jan Raes: "Daar staan we dubbel in. Natuurlijk zien we kansen. We hebben in de afgelopen decennia een zorgstructuur opgebouwd die niet meer houdbaar is. De zorg was versnipperd. Hulpverleners wisten van elkaar niet waar ze mee bezig waren. Een hulpvraag moet je vanuit een breed perspectief
bekijken. Zo kun je voorkomen dat gezinnen waarin zich op alle drie de fronten problemen voordoen, drie verschillende hulpverlenende instanties over de vloer krijgen. Bovendien komt de zorg nu korter bij de plaatselijke politiek zodat mensen ook dichterbij huis geholpen kunnen worden; op maat,
passend bij hun eigen leefomstandigheden."

Juist dat maatwerk is volgens Jan Raes ook een bottleneck. "Allereerst vraagt dat om creativiteit van zorgverleners, terwijl ambtenaren gevangen zitten in regeltjes en protocollen. En ook bij zorginstellingen zie ik nog nauwelijks veranderingen in hun manier van werken. Ten tweede zal ons
claimgedrag moeten veranderen. `Wat een ander aan voorzieningen heeft, wil ik ook', daar moeten we vanaf. We moeten minder afhankelijk worden van de overheid en meer eigen verantwoordelijkheid nemen. Niet focussen op een beperking maar op eigen kracht: in hoeverre ben je in staat om
zelfstandig of met een beetje hulp van je omgeving mee te doen in de samenleving?"

Meedoen
Meedoen, dat is in feite de rode draad door alle veranderingen in de zorg en volgens Jan Raes ook de voorwaarde om te slagen. "Geen sinecure want we zijn als burgers nog geen partij. We zijn nog steeds gewend dat zaken van bovenaf worden geregeld: de overheid bedenkt iets, organiseert inspraak
en gaat vervolgens uitvoeren. Dat kan niet meer. Dingen moeten van onderop tot stand komen. Daar zit de kracht, bij de burgers. De uitdaging is om zaken zo te organiseren dat die kracht van onderop benut wordt."