Geen belangenverstrengeling bij aanbestedingen Waterschapsbedrijf Li..


Geen belangenverstrengeling bij aanbestedingen Waterschapsbedrijf Limburg

15 juli 2015

Het bestuur van Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) heeft op 15 juli kennis genomen van de rapportage van Ernst &Young over het onafhankelijk onderzoek naar de feiten en omstandigheden van de opdrachtverlening door WBL aan C-Community. Het onderzoek is verricht in de context van het terugtreden
van voormalig bestuurder Toine Gresel, als gevolg van onbedoelde schijn van belangenverstrengeling.

Conclusie is dat een daadwerkelijke belangenverstrengeling niet is gebleken en er geen sprake is van een integriteitschending. Uit nauwkeurig onderzoek van de administratie blijkt tegelijkertijd dat een aantal opdrachten niet volgens de vastgestelde procedure is verlopen. Het bestuur heeft
maatregelen vastgesteld ter versterking van het toezicht op de naleving van de interne regels. De bevindingen van het orienterend onderzoek geven geen aanleiding voor verder verdiepend onderzoek.

Eind april bleek Toine Gresel, de voormalige voorzitter van Waterschap Peel en Maasvallei en tevens vicevoorzitter van dochterorganisatie WBL, een personal-coach-relatie te hebben met de eigenaar van C-community, een adviesbureau waaraan WBL in de afgelopen jaren diverse communicatieopdrachten
heeft verstrekt. Uit zorgvuldigheidsoverwegingen heeft Jan Schrijen, voorzitter van WBL opdracht gegeven voor een onafhankelijk onderzoek naar de feitelijke gang van zaken bij de opdrachtverlening. Daarbij is de administratie van WBL nauwkeurig onderzocht.

Ernst & Young concludeert geen informatie te hebben ontvangen, die erop zou duiden dat de nevenfunctie van de heer Gresel bij C-Community (mede)aanleiding zou zijn geweest voor de opdrachtverstrekking. Op basis van de analyse van de opdrachtverstrekking en facturatie is niet gebleken van
daadwerkelijke belangenverstrengeling ten gevolge van de betrokkenheid van Toine Gresel bij WBL en C-Community en is er uit dien hoofde geen sprake van een integriteitschending.

Tegelijkertijd stelt Ernst en Young vast dat de gevolgde procedure van opdrachtverlening, ten aanzien van zowel inhoud als de tijdigheid van het opstellen van verantwoordingsformulieren en het gebruik van hardheidsclausules(1) niet in alle gevallen conform de vastgestelde procedure is
verlopen.

Het gaat om opdrachtverlening zonder dat de offerte beschikbaar was, alsook het achteraf invullen van verantwoordingsformulieren. Het bestuur acht dit niet gewenst. In 2014 is WBL al gestart met centralisatie van de inkooporganisatie, die in januari 2015 is ingezet. Als gevolg van het
onderzoek worden de procedures verder aangescherpt.

Voorzitter Jan Schrijen over het onderzoek: "Het rapport van Ernst & Young geeft helder antwoord op onze vragen ten aanzien van de vermeende belangenverstrengeling, maar ook een gedetailleerd inzicht in de navolging van de inkoop- en aanbestedingsprocedures binnen WBL. Er worden dan ook
maatregelen doorgevoerd ter versterking van het toezicht op naleving van de regels en ter vergroting van het bewustzijn bij de medewerkers van het belang hiervan."

(1) Hardheidsclausule: dit is de mogelijkheid om af te wijken van (dwingende) wetgeving. Bijvoorbeeld toepassing van een onderhandse procedure (opdrachtverlening aan een opdrachtnemer) in plaats van een nationale aanbesteding.