Raad van State eist onmogelijk bewijs (08-07-15)



Nationaliteitsverklaring van ambassade kennelijk onvoldoende

De eisen voor het aantonen van de Somalische nationaliteit worden voortdurend aangescherpt door de Raad van State. Nu zijn volgens de Raad van State nationaliteitsverklaringen onvoldoende om de precieze afkomst van Somaliers aan te tonen.

Op 11 juni jl. heeft de Raad van State in een zaak van een Somalische asielzoeker geoordeeld dat een nationaliteitsverklaring van de Somalische ambassade in Brussel onvoldoende bewijs is van de herkomst van betrokkene. Letterlijk geeft de Raad van State aan: "De door de Somalische ambassade
afgegeven nationaliteitsverklaring toont slechts aan dat de vreemdeling de Somalische nationaliteit bezit. Daaruit kan echter niet worden afgeleid dat de vreemdeling tot aan haar vertrek naar Nederland in Somalie heeft verbleven." Hierdoor vormt de nationaliteitsverklaring geen nieuw feit zijn
waarmee een nieuwe asielaanvraag gedaan kan worden. De asielaanvraag van betrokkene mocht dus door de IND afgewezen worden vanwege het ontbreken van nieuwe feiten en/of omstandigheden (nova).

De Raad van State gaat hiermee totaal voorbij aan de onmogelijkheid van Somalische asielzoekers om met officiele documenten aan te tonen dat zij tot aan hun vertrek in Zuid en/of Centraal Somalie hebben verbleven. Somalie kent volgens het laatste ambtsbericht namelijk nog altijd geen
functionerende bevolkingsadministratie (p.43/44). Letterlijk staat in het ambtsbericht: Vanaf 1991 werden inwoners niet meer centraal of lokaal geregistreerd en bestaande bevolkingsarchieven vernietigd. Kortom het is dus niet mogelijk om dit met officiele documenten aan te tonen.

De Raad van State gaat ook voorbij aan het feit dat de nationaliteitsverklaring aantoont dat betrokkene uit Somalie komt en betrokkene juist bij terugkeer naar Somalie gevaar loopt. In die zin is het niet van groot belang waar betrokkene verbleef tot aan zijn vertrek naar Nederland, maar is
belangrijker waarnaar betrokkene moet terugkeren en of hij/zij daar gevaar loopt.

Klik hier voor de uitspraak van de Raad van State van 11 juni 2015

Deel