Slecht timing DNB met lagere rekenrente
Geplaatst op 14-07-2015
Met een slecht gevoel voor timing heeft De Nederlandsche Bank (DNB) de rekenrente voor pensioenfondsen aangepast. De gevolgen: indexatie komt nog verder weg te liggen en de pensioenpremies gaan omhoog. Dat is de reactie van ANBO op de verlaging van de rekenrente door DNB. De dekkingsgraden
kunnen op termijn 10 tot 15 procent lager uitvallen. "Dat betekent dat gepensioneerden wel dag kunnen zeggen tegen indexatie en dat terwijl het pensioen de laatste jaren al 14 procent minder waard geworden is", zegt ANBO-directeur-bestuurder Liane den Haan.
Markt- en rekenrente
Pensioenfondsen volgen de marktrente voor verplichtingen tot 20 jaar. Voor de langere termijn mogen ze gebruik maken van rentes die uiteindelijk op 4,2 procent terecht komen. Deze rekenrente (UFR) is ingevoerd omdat er na 20 jaar feitelijk geen echte marktrente meer bestaat omdat de markt heel
klein is. DNB vindt de 4,2 procent echter te hoog, nu de marktrentes stevig zijn gedaald. Daarom is de UFR nu verlaagd naar 3,3 procent.
Slechte timing
Dat die 4,2 procent hoog is, kan ANBO wel beamen. Ook het argument van DNB dat het niet eerlijk is naar jongere deelnemers als met een kunstmatig hoge rente wordt gewerkt, is valide. Maar DNB heeft tegelijkertijd geen oog voor het feit dat pensioenfondsen momenteel al hard worden getroffen
door de lage-rentepolitiek van de ECB. Als gevolg daarvan staan de dekkingsgraden ernstig onder druk. De relatief hoge UFR compenseerde die gevolgen nog enigszins. De kosten van pensioen gaan bovendien flink omhoog: op korte termijn met 5 procent en volgens de Pensioenfederatie in veel
gevallen met zo'n 15 procent in 2020.
Onbegrijpelijk besluit
"Het is voor ANBO daarom onbegrijpelijk dat DNB juist nu met deze maatregel komt. ANBO pleit er voor om deze maatregel pas in te voeren als de kapitaalmarkten weer - ongemanipuleerd - tot rust zijn gekomen", zegt Den Haan.