Partnerlanden vragen Veiligheidsraad om MH17-tribunaal op te richten
Datum: 13 juli 2015
MH17
De landen die het onafhankelijke strafonderzoek verrichten naar het neerhalen van Malaysia Airlines-vlucht MH17 hebben aan de VN-Veiligheidsraad gevraagd een internationaal strafhof op te richten voor de berechting van de verantwoordelijken voor misdaden verbonden aan het neerhalen van dit
vliegtuig, boven Oekraine op 17 juli 2014. 298 mensen kwamen daarbij om.
Australie, Belgie, Maleisie, Nederland en Oekraine vinden dat een onafhankelijk internationaal strafhof, opgericht door de Veiligheidsraad en met de hoogste internationale standaarden, de beste manier zou zijn om gerechtigheid voor de slachtoffers en hun naasten te verkrijgen. Het zou ook een
gepast antwoord zijn op het feit dat het incident, en de gevolgen ervan voor de veiligheid van de burgerluchtvaart, invloed hebben op de belangen van de hele internationale gemeenschap. De vijf landen streven naar de steun van de leden van de Veiligheidsraad voor dit strafhof.
Kort na de vliegramp met MH17 heeft de Veiligheidsraad resolutie 2166 goedgekeurd, waarin werd opgeroepen om de verantwoordelijken ter verantwoording te brengen. Aan alle landen werd volledige samenwerking gevraagd om deze verantwoording te verkrijgen.
Het oprichten van een internationaal strafhof onder hoofdstuk VII van het VN-verdrag zou een sterk signaal sturen dat de internationale gemeenschap geen daden toelaat die de internationale vrede en veiligheid in gevaar brengen door een bedreiging van de burgerluchtvaart. Een tribunaal, door de
Veiligheidsraad opgericht, zou voor een brede internationale steun voor vervolgingen zorgen en de mogelijkheden voor internationale samenwerking, noodzakelijk voor een effectieve vervolging, optimaal houden.
Australie, Belgie, Maleisie, Nederland en Oekraine roepen de leden van de VN-Veiligheidsraad op dit voorstel te steunen om ervoor te zorgen dat daders verantwoording moeten afleggen en dat wie de burgerluchtvaart bedreigt wordt afgeschrikt.