Taalvaardigheid Helderse pedagogisch medewerkers bijna op orde


Bijna alle pedagogisch medewerkers die werken op een peuterspeelzaal of in de kinderopvang in Den Helder zijn geslaagd voor de modules `spreken' en `schrijven' van hun taalvaardigheidstoets. Een aantal had iets meer moeite met het onderdeel `lezen': hiervoor slaagde 77% van de kandidaten. De
160 medewerkers in de vroeg- en voorschoolse opvang moesten aantonen dat zij beschikken over taalkwaliteiten op minimaal HBO-niveau. Dat gebeurde eind vorige maand door middel van een examen. Van de 160 hoefden 29 de taaltoets niet te maken: zij kregen vrijstelling omdat zij hun taalniveau op
een andere manier konden bewijzen, bijvoorbeeld aan de hand van een diploma.

"Een mooi resultaat", vindt onderwijswethouder Dirk Pastoor. "Dat zegt iets over de kwaliteit van ons
onderwijs op de peuterspeelzalen en in de kinderopvang. Wij vinden het belangrijk dat de medewerkers de Nederlandse taal goed beheersen. In het onderwijs krijgen onze kinderen de kans zich te ontwikkelen om een volwaardige plaats in de maatschappij te kunnen bemachtigen. Taal speelt een rol
bij vrijwel alle vakken: hoe beter leerlingen de taal beheersen, hoe beter ze het doen in andere vakken. Daarom is een goede startpositie voor kinderen van het allergrootste belang." Dat geldt volgens de wethouder zeker voor kinderen met een `rugzakje': "Onderwijsachterstanden moeten dan ook
zoveel mogelijk worden voorkomen en al voordat de kinderen naar de basisschool gaan."
Het algemene taalniveau van het spreken, lezen en schrijven gaat echter steeds verder naar beneden. Daar wil de gemeente iets aan doen. "Wij vinden dat de taalvaardigheid van de pedagogisch medewerkers op tenminste HBO-niveau moet zijn. Want als zij zelf taalvaardig zijn, zijn ze beter in
staat de kinderen te ondersteunen in hun taalontwikkeling", aldus wethouder Pastoor.

Om te kijken hoe het met die spreek- lees- en schrijfvaardigheid is gesteld heeft de gemeente de medewerkers vorige maand laten toetsen. Van de 131 deelnemers slaagde er 1 niet voor de spreektoets, 2 niet voor de schrijftoets en 28 niet voor het leesexamen. Tien mensen konden niet aanwezig
zijn op de examendag: zij krijgen op korte termijn hun toetsmoment. Degenen die niet zijn geslaagd, krijgen bijscholing aangeboden en moeten in december in de herkansing.