OM eist twee jaar voor financieel steunen terreurorganisaties
9 juli 2015 - Landelijk Parket
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft donderdag in de rechtbank Rotterdam twee jaar onvoorwaardelijke celstraf geeist tegen een 29-jarige Nederlandse verdachte die in Turkije woont. De vrouw wordt verdacht van deelname aan organisaties met een terroristisch oogmerk, het voortzetten van een
verboden organisatie en het overtreden van de sanctiewet.
Donaties
Het OM acht bewezen dat verdachte in 2009 en 2010 vier betalingen, in totaal 2000 euro, heeft gedaan via een Turkse tussenpersoon aan de terroristische organisaties Deutsche Taliban Mujahideen (DTM) en Islamic Jihad Union (IJU). Haar donaties stelden de organisaties in staat om terroristische
misdrijven te plegen. DTM en IJU zouden met de giften die zij ontvingen wapens en munitie hebben gekocht, strijders en hun gezinnen hebben onderhouden en mediacampagnes hebben opgezet die opriepen tot deelname aan de gewelddadige jihad.
Financieren van terrorisme
Hadden deze donaties plaatsgevonden na 1 september 2013 dan was verdachte ook het financieren van terrorisme ten laste gelegd. Dat is per die datum expliciet strafbaar gesteld in artikel 421 Sr. De, oorspronkelijk uit Amsterdam afkomstige, verdachte handelt in strijd met de sanctiewet door
geld over te maken aan de IJU. Die organisatie staat op de EU lijst van terroristische organisaties. Het ter beschikking stellen van geld of (andere) economische middelen aan personen of organisaties die op deze lijst staan, is een misdrijf op grond van de Sanctiewet 1977.
Openbare orde en veiligheid
Terroristische misdrijven behoren tot de zwaarste categorie misdrijven. Ze raken de openbare orde en de veiligheid en stabiliteit van de samenleving. Daartegen moet de samenleving worden beschermd. Waar het om de financiering van terrorisme gaat, heeft Nederland de internationaal rechtelijke
verplichting om straffen op te leggen die de ernst van hun misdrijven recht doen. Met haar betalingen heeft verdachte bevorderd dat er aanslagen werden gepleegd. Dat maakt deze zaak, in de visie van het OM, bijzonder ernstig. Het OM oordeelt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar
passend is.
Uitspraak
De rechtbank doet op woensdag 22 juli om 13.00 uur uitspraak in de zaak.
Deel dit op
*