Vrijwilligerszorg van moreel belang voor lokale bestel zorg en welzijn
23 juni 2015
De Wet maatschappelijke ondersteuning is meer dan een bestuurlijk instrument. Het heeft ook een moreel doel: het versterken van de verantwoordelijkheid voor eigen en andermans zorg en welzijn. Vrijwilligerszorg past bij dit doel en kan in het nieuwe bestel een bijzondere rol spelen, aldus Eric van der Vet, promovendus aan de Universiteit voor Humanistiek. Op 8 juli verdedigt hij zijn proefschrift Lokale staat van zorg. De morele betekenis van vrijwilligerszorg voor de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is iedere gemeente bezig met de inrichting van een nieuw bestel voor zorg en welzijn. Het is voor de ontwikkeling van dit bestel belangrijk te zien dat het uitgangspunt van de wet in de kern een moreel streven is, analyseerde Eric van der Vet. Zo beoogt de overheid met de wet onder meer een zorgzamer samenleving en meer directe solidariteit.
Vrijwilligerszorg past in dit streven, benadrukt Van der Vet. Vrijwilligerszorg is zorg waarbij een vrijwilligerszorgorganisatie een zorgvrager en een zorgvrijwilliger bij elkaar brengt. Nederland heeft een grote rijkdom aan vrijwilligerszorg: buddyzorg, vriendendiensten en lotgenotencontacten voor mensen met een psychiatrische achtergrond, vrijwillige zorg en steun aan kwetsbare gezinnen, kinderen, jongeren en overbelaste mantelzorgers, vrijwillige zorg en ondersteuning aan mensen met schulden, gehandicapten, thuislozen, eenzamen en mensen in hun laatste levensfase.
Vrijwilligerszorg ontstaat in het sociale domein `van onderop'. Van der Vet ziet vrijwilligerszorg dan ook als deel van een brede beweging naar meer horizontale verhoudingen en van `burgerkracht'. De vrijwilligerszorgorganisaties zijn vaak kleinschalig. Professionals ondersteunen de zorgvrijwilligers die samen met de zorgontvanger `de zorg maken'. Vrijwilligerszorg lijkt al te doen wat het beleid beoogt. Ze kan ons dan ook iets leren, bijvoorbeeld over het belang van het werken vanuit morele waarden en hoe professionaliteit vrijwilligheid kan dienen.
Eric van der Vet voerde een driejarig onderzoek uit in de gemeente Den Haag (2011-2014). Hij analyseerde de morele ambities van vrijwilligerszorgorganisaties en zorgvrijwilligers. Hij werkte samen met de Haagse vrijwilligerszorg aan haar profilering onder meer met het doel vrijwilligerszorg een positie te geven in het gemeentelijk bestel zorg en welzijn met behoud van eigenheid. Hij werkte mee aan de uitgangspunten voor dit bestel in een gemeentelijke expertgroep.
In zijn onderzoek maakt Van der Vet gebruik van theorieen van zorgethiek, normatieve professionalisering en praktijk gebonden onderzoek, die passen in de expertise van de Universiteit voor Humanistiek. In de uitvoering heeft hij onderzoeken en ontwikkelen met elkaar verbonden.
Het proefschrift sluit af met enkele aanbevelingen, primair voor gemeenten als opdrachtgever van `hun' bestel zorg en welzijn. Ze gelden ook voor organisaties van formele zorg en welzijn en vrijwilligerszorgorganisaties die de `Wmo-zorg' uitvoeren. Drie belangrijke aanbevelingen zijn:
* Zie de huidige opgaven voor de ontwikkeling van het bestel en `Wmo-zorg' als morele opgaven. De Wmo heeft immers in de kern een moreel doel. * Creeer in het bestel ruimte voor door morele waarden gedragen initiatieven `van onderop', zoals vrijwilligerszorg. Schenk vertrouwen aan deze initiatieven die vaak op zo'n bijzondere manier professionaliteit dienstbaar maken aan principiele vrijwilligheid. * Ontwikkel het bestel en de uitvoering van de Wmo-zorg op basis van een waarderende benadering, dat wil in het bijzonder zeggen: samen met de betrokkenen en gericht op kansen en mogelijkheden.
Eric van der Vet (1947) werkte ruim veertig jaar in de jeugdzorg, hulpverlening en ouderenzorg als bestuurder, interim-manager en adviseur. Hij is moderator van leiderschapsleergangen en toezichthouder.
Promotie Eric van der Vet
Woensdag 8 juli 2015, 10.30 uur
Academiegebouw van de Universiteit Utrecht, Domplein 29, 3512 JF Utrecht
Informatie
Drs. E. (Eric) van der Vet
06 20433020
E-mail: eric@vandervet.nl
www.vandervet.nl
Het proefschrift wordt in een beperkte oplage gedrukt door Uitgeverij Eburon, Delft. Daarnaast geeft Uitgeverij Eburon een handelseditie van het proefschrift uit. Proefschrift en handelseditie: ISBN 978-90-5972-844-8.
De handelseditie (EUR 24,50) is te bestellen:
Uitgeverij Eburon
Tel: 015 2131484
E-mail: info@eburon.nl
www.eburon.nl