Kansrijke contouren voor houdbaar pensioenstelsel
*Het kabinet koerst terecht aan op een pensioenstelsel waarin deelnemers meer dan nu een eigen `pensioenpot' krijgen. De overgang naar zo'n systeem met persoonlijke eigendomsrechten lost immers een groot aantal knelpunten op. De pensioenregelingen worden voor de deelnemer beter te begrijpen,
zijn makkelijker mee te nemen bij een baanwissel en er kan ook een eind komen aan de subsidiering tussen jong en oud via de zogeheten `doorsneepremie'. Dat stelt het Verbond van Verzekeraars naar aanleiding van de brief die staatssecretaris Klijnsma vandaag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Klijnsma geeft in haar brief aan, dat zij vanaf het jaar 2020 geleidelijk een eind wil maken aan het systeem waarbij jong en oud procentueel dezelfde premie betalen (de zogeheten doorsneesystematiek). Hoe de overgang naar een ander stelsel het best kan worden vormgegeven, met oog voor de
belangen van alle werkenden, moet nu nader worden uitgewerkt.
Door de vergrijzing, de veranderingen in sectoren van het bedrijfsleven en toenemende mobiliteit op de arbeidsmarkt is een systeem waarbij risico's over generaties worden gedeeld op termijn niet meer houdbaar. Het kabinet onderkent dit probleem en geeft aan daarvoor een oplossing te willen
zoeken. Meer keuzevrijheid voor werknemers en werkgevers ligt in het verschiet aldus het Verbond, bij het behoud van positieve elementen uit het huidige stelsel zoals schaalvoordelen, levenslange uitkeringen en solidariteit met betrekking tot het langlevenrisico.
Het Verbond kan zich vinden in veel van de bouwstenen die staatssecretaris Klijnsma aandraagt, het resultaat van een discussie met partijen in het pensioendomein in de afgelopen maanden. De notitie schetst volgens het Verbond `kansrijke contouren' van een stelsel dat op termijn beter houdbaar
is dan het huidige stelsel. Het is daarbij wel van belang dat bij de overgang naar een nieuw stelsel de ruimte voor werknemers om een adequaat pensioen op te bouwen niet verder wordt aangetast.