Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Hollands Midden herzien
Landelijke en regionale ontwikkelingen hebben er toe geleid dat het Regionaal Crisis Plan (RCP) is herzien. Het toevoegen van GRIP 5 en GRIP Rijk, a-synchrone/flexibele opschaling en rescourcemanagement zijn de belangrijkste wijzigingen in deel 1 van het herziene RCP. Deel 2 wordt op een later moment herzien. Het Algemeen Bestuur heeft op 25 juni 2015 het RCP vastgesteld.
In het RCP zijn afspraken vastgelegd voor een eenduidige organisatie en aanpak van de regionale crisisbeheersing. Naast het beschrijven van de multidisciplinaire afspraken en processen zijn deze ook beschreven voor brandweerzorg, geneeskundige zorg, politiezorg en bevolkingszorg.
De GRIP-regeling, GRIP 5 en GRIP Rijk
In het RCP is de GRIP-regeling conform het Nationaal Handboek Crisisbesluit verwerkt. Zo zijn GRIP 5 en GRIP Rijk aan het RCP toegevoegd. De GRIP-regeling Hollands Midden (versie oktober 2010) is hiermee vervallen. Het doel van het landelijk ontwikkelde GRIP 5 en GRIP Rijk is dat veiligheidsregio's en overheden tijdens een crisis beter met elkaar kunnen samenwerken. GRIP 5 kan worden afgeroepen als een incident effect heeft op meer veiligheidsregio's. De voorzitters van de betrokken veiligheidsregio's besluiten tot GRIP 5 en wijzen een cooerdinerend ROT en een cooerdinerend RBT aan. In principe zijn dat het Regionaal Operationeel Team (ROT) en/of het Regionaal BeleidsTeam (RBT) van de bronregio. Wordt de nationale veiligheid bedreigd of is sturing door het Rijk noodzakelijk, dan kan GRIP Rijk worden afgeroepen. De ministers van de betrokken departementen zijn bevoegd tot het opschalen naar GRIP Rijk. Het bevoegd gezag ligt dan bij de Ministeriele Commissie Crisisbeheersing (MCCb). Bij een GRIP Rijk-situatie maakt het Nationaal Crisis Centrum (NCC) afspraken over afstemming van maatregelen en informatie-uitwisseling met de betrokken veiligheidsregio.
A-Synchrone opschaling
In het RCP is geregeld dat bepaalde processen (bijvoorbeeld opvangen en verzorgen), zonder verdere opschaling in de GRIP-structuur, kunnen worden geactiveerd. In het crisisplan van 2012 was opgenomen dat eerst opgeschaald moet worden in de GRIP-structuur en dat vervolgens het operationele team beslist welke processen noodzakelijk zijn voor het bestrijden van het incident. Deze volgorde is nu niet langer meer van toepassing.
Resourcemanagement
Het doel van ondersteunings- of resourcemanagement is het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit verwerven en ter beschikking stellen van personen, middelen en kennis voor de bestrijding van een ramp of crisis. Resourcemanagement is een standaard thema binnen het Commando Plaats Incident (CoPI) en het ROT. Tijdens het overleg van deze crisisteams wordt besproken welke resources nodig zijn om de ramp of crisis op een doelmatige manier te bestrijden. Niet alle resources zijn per definitie monodisciplinair, maar kunnen een multidisciplinair karakter hebben. In het herziene RCP is opgenomen dat voor het organiseren van de multidisciplinaire resources in het crisisteam (CoPI of ROT) een van de leden vrijgemaakt kan worden.
Vraagregisseur
Onder resourcemanagement valt ook de vraagregisseur voor de `resource' kennis. De vraagregisseur van de VRHM kan voor kennis- en adviesvragen bij complexe of grootschalige incidenten het landelijk expertnetwerk van het Crisis Expert Team (CET) inschakelen via de voorzitter van het CET. Dit is een inhoudelijk deskundige met directe toegang tot alle kennisinstituten in het netwerk. Vanaf 1 juni 2014 zijn er twee CET's beschikbaar: CET Milieu en Drinkwater en CET Straling.
De vraagregisseur van de VRHM bundelt en prioriteert de vragen uit het CoPI en/of ROT en beoordeelt of het nodig is de vragen te stellen aan de voorzitter van het CET. Is er nog geen vraagregisseur, dan kunnen de hulpverleningsdiensten en gemeenten zelf advies vragen bij kennisinstituten die voor hen van belang zijn. Tijdens de bespreking van het thema resourcemanagement in het CoPI en/of ROT wordt besproken of specifieke kennis nodig is om de crisis of ramp op een doelmatige manier te bestrijden die de Veiligheidsregio Hollands Midden niet ter beschikking heeft. Als dat het geval is wijst de hoogst operationele leidinggevende een inhoudelijk deskundige aan voor de rol van vraagregisseur. Voorbeeld van een nhoudelijk deskundige is de AGS, GAGS of een liaison.
Deel 2 RCP
Deel 2 van het RCP, waarin per hulpverleningsdienst de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden verder zijn uitgewerkt, wordt in een later stadium opgepakt.
Wat moeten piketfunctionarissen weten over het RCP? Naast het toevoegen van bovenstaande wijzigingen is het RCP aangepast aan de actuele situatie. Het RCP is de basis voor de uitoefening van de piketfunctie. Piketfunctionarissen moeten het RCP dan ook kennen en weten wat van hen wordt verwacht. Zo kunnen wij er met elkaar voor zorgen, dat op eenduidige wijze wordt samengewerkt, ook tijdens crisis. Iedereen wordt opgeroepen het RCP aandachtig te lezen. Ook wordt het RCP besproken in piketoverleggen, daar kunnen vragen worden gesteld.
Meer informatie?
Voor meer informatie kan je contact opnemen met de leden van de projectgroep:
Leendert Klok: projectleider: leendert.klok@brandweer.vrhm.nl
Ruud Cove: projectsecretaris: ruud.cove@vrhm.nl
Alma Dijkstra: GHOR Hollands Midden: adijkstra@ghorhm.nl
Angelique Heus: Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing: angelique.heus@bgc.vrhm.nl
Arno Sormani: Gemeenschappelijke Meldkamer: arnosormani@gmail.com
Hans Lenten: Defensie: H.Lenten@mindef.nl
Richard Vergouwen: Brandweer Hollands Midden: richard.vergouwen@brandweer.vrhm.nl
Rene Smits: Politie: rene.smits@politie.nl