Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in consultatie

Nieuwsbericht | 02-07-2015

Het conceptvoorstel voor de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is online gezet voor consultatie. Tot 1 september kunnen burgers, bedrijven en instellingen hun mening geven over het wetsvoorstel op www.internetconsultatie.nl.

De huidige wet stamt uit 2002 en is verouderd. Een evaluatiecommissie onder voorzitterschap van mr. drs. C.W.M. Dessens deed eind 2013 aanbevelingen om de wet aan te passen. De wet wordt gemoderniseerd met nieuwe bevoegdheden voor de diensten; tegelijk komen er extra waarborgen voor de privacy.

De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) krijgen de bevoegdheid om ook via de kabel tijdig terroristische dreiging te kunnen onderkennen, spionage tegen te gaan, bescherming te bieden tegen digitale aanvallen, de Nederlandse veiligheidsbelangen te dienen en militaire missies te ondersteunen. Negentig procent van de telecommunicatie verloopt tegenwoordig via de kabel.

Het toezicht wordt verscherpt. Er komen bewaar- en vernietigingstermijnen voor onderschepte gegevens en aanvullende waarborgen voor bijzondere bevoegdheden van de diensten. Diverse bijzondere bevoegdheden van de AIVD en MIVD mogen pas worden gebruikt na persoonlijke toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de minister van Defensie.

Ook het onafhankelijk toezicht van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) wordt verscherpt. Deze commissie controleert de beslissingen van de ministers. Als de CTIVD na toetsing concludeert dat onrechtmatig toestemming is verleend, zijn de ministers verplicht die te heroverwegen. De CTIVD gaat ook fungeren als een zelfstandige klachtinstantie; zij kan voortaan voor de ministers bindende oordelen geven op klachten.

Er komt een nieuwe regeling voor de samenwerking van de AIVD en MIVD met diensten van andere landen. Samenwerking moet vooraf worden gewogen; toestemming voor samenwerking is in handen van de minister en onder toezicht van de CTIVD.