Ervaringen van de familie van der Gugten


`We weten waar we aan toe zijn en dat geeft rust'



Sinds januari van dit jaar zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning op het gebied van zorg, jeugd en werk. De gemeente Stein werkt intensief samen met andere gemeenten, burgers en met zorg- en werkpartners om deze taken goed vorm te geven. Hoe lukt dat tot nu toe? De komende weken
belichten verschillende partijen hun aandeel in dit proces. Deze week de ervaringen van de familie van der Gugten.



De dochter van de familie van der Gugten is geboren met een verstandelijke beperking. Het is een vrolijke meid van 22. Ze draait gewoon mee in het gezin en in de maatschappij. "Waar ze maar kan"; benadrukt haar vader Chrit van der Gugten. "Want ondanks dat ze heel veel zelf kan, heeft ze
dagelijks begeleiding nodig." Begeleiding die de familie altijd zelf heeft georganiseerd en betaald met het zogenoemde persoonsgebonden budget. Dat ging jarenlang goed, totdat de overheid aankondigde dat er een heleboel ging veranderen. Toen sloeg de onzekerheid toe.

Sociale verzekeringsbank
Chrit: "Van alle kanten kregen we signalen dat de decentralisatie van de zorg wel eens goed fout kon gaan. Veel pgb-houders zitten sinds januari met financiele perikelen omdat de Sociale Verzekeringsbank haar zaakjes niet op orde heeft. Daar hebben wij gelukkig geen last van gehad. Lang
voordat de betalingen formeel overgingen naar de Sociale Verzekeringsbank, hebben wij de financien met de hulpverleners al op die manier geregeld. Dat liep nu gewoon door."

Wat ging er dan fout?
Chrit: "Fout gaat het pas als er iets heel anders gebeurt dan je verwacht. Ik kom zelf uit de zorg, ik weet dat er bezuinigd moet worden. De gemeente krijgt minder geld, dus moeten wij het ook met minder doen. Daar zijn we volstrekt reeel in. Maar we hadden geen idee wat de gemeente ons kon
bieden. Het is geen winkel waar je binnenloopt en aanwijst wat je nodig hebt. Dat was wel beangstigend. Wat zou er gaan gebeuren?"

Herindicatie
Met de decentralisatie naar de gemeente is zorg gegarandeerd totdat de indicatie afloopt. Bij de dochter van de familie van der Gugten was dat in april het geval. Chrit en zijn vrouw hebben zich ruim op tijd bij de gemeente gemeld. Dat contact is heel goed verlopen. "De gemeente is volstrekt
helder in haar beperkingen: er moet bezuinigd worden. Met dat uitgangspunt zijn ze wel bereid om mee te denken over een passende oplossing. Daarin ben je als zorgvrager een volwaardige gesprekspartner. We willen dat onze dochter op termijn zelfstandig gaat wonen binnen haar mogelijkheden. Met
andere woorden, niet meer bij haar ouders, maar wel op een plek waar zorg en toezicht is. De medewerkers van de gemeente begrepen dat dat voor ons samen het beste is. Ze wezen ons erop dat die zorg binnen de Wet Langdurige Zorg valt. Zij hebben voorgesteld om de huidige indicatie te verlengen,
zodat we ondertussen een aanvraag kunnen voorbereiden. Voorlopig verandert er dus niets. Dat geeft ons de tijd om alle mogelijkheden voor onze dochter op een rijtje te zetten. De gemeente doet haar best om de overgang naar de WLZ soepel te laten verlopen zodat de zorg gecontinueerd kan
worden. Daar zijn wij als ouders blij mee en de gemeente heeft zo een bezuiniging."

Zoeken naar een passende oplossing
Omdat de dochter van de familie van der Gugten nu nog thuis woont, kan de vergoeding voor het wonen voorlopig worden besteed aan een dagactiviteit. Maar als ze straks zelfstandig woont, gaat dat niet meer. Chrit: "Dan moeten we met twee derde van het budget zoeken naar een mogelijkheid om haar
toch vijf dagen in de week activiteiten te bieden. Dat is een feit. Een wrang feit en ook een serieuze belasting voor ons en voor haar sociale netwerk. Twee dagdelen thuis laten zitten is geen optie. Daar wordt zij niet beter van en haar omgeving ook niet. Het blijft voor ons dus zoeken naar
een passende oplossing. Ondanks dat hebben we nu een goed gevoel. We weten voor dit moment waar we aan toe zijn en dat geeft rust, tot de volgende bezuiniging."