Antibioticaresistentie stabiel, maar meer resistente bacterien verwa..
Publicatiedatum:
25-06-2015
Wijzigingsdatum:
25-06-2015
Antibioticaresistentie in Nederland is de afgelopen jaren stabiel gebleven voor de meeste middelen en het gebruik van antibiotica is iets afgenomen. Toch is er reden voor zorg. Steeds meer bacterien die bij mensen infecties kunnen veroorzaken, blijken resistent tegen antibiotica die als
laatste redmiddel gebruikt worden. Dat betekent dat de keuze voor een antibioticum dat goed werkt steeds moeilijker wordt. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage NethMap/MARAN. Het gebruik van antibiotica in dieren is, na jaren van forse daling, in 2014 nauwelijks nog afgenomen.
Gebruik antibiotica
Voor het derde achtereenvolgende jaar is het gebruik van antibiotica in Nederland in de huisartsenpraktijk afgenomen. Het gebruik daalde de afgelopen jaren van 11.37 DDD/1000 inwoners in 2011 naar 10.54 DDD/1000 in 2014 (DDD staat voor standaard dagdosering). In Nederlandse ziekenhuizen
is het totale gebruik licht gestegen, van 71,3 DDD/100 patientdagen in 2012 naar 74.7 DDD/100 patientdagen in 2013.
Gebruik 'laatste redmiddelen' neemt toe
In 2014 zijn de resistentiepercentages voor de meeste antibiotica niet toegenomen. Toch bestaat de zorg dat er steeds meer bacterien resistent zullen worden. Juist van de middelen die meer zijn gebruikt is de resistentie wel toegenomen. Zo wordt bij kwetsbare patienten in ziekenhuizen
steeds vaker gebruik gemaakt van carbapenems. Carbapenems behoren tot de 'laatste redmiddelen'. Om de ontwikkeling van resistentie tegen te gaan, moet het antibioticabeleid beter op de individuele patient en infectie afgestemd worden. Van belang is dat zorgverleners zorgvuldig omgaan met
hygiene- en infectiepreventiemaatregelen om verspreiding van resistente bacterien te voorkomen. (Zie ook in de rechterkolom de animatie 'Hoe voorkom je verspreiding van resistente bacterien?'.)
Veterinaire sector
In 2014 vlakte de daling in gebruik van antibiotica in de veehouderij af, behalve in melkvee en vleeskuikens. In melkvee werd nog een duidelijke afname in gebruik gezien. In vleeskuikens nam het gebruik in 2014 toe, hoewel de daling in deze sector sinds 2009 nog steeds het grootst is van
alle diersectoren. De voor de mens belangrijke cefalosporines en fluorchinolonen werden in de veehouderij nog slechts incidenteel gebruikt. Nieuw is dat ook het voorschrijfpatroon van antibiotica van dierenartsen in kaart is gebracht, waarmee monitoring en benchmarking van dierenartsen
wordt gefaciliteerd. De vermindering in gebruik in dieren heeft bijgedragen aan een afname in resistentie in dieren en dierlijke producten. Ook een afname in het voorkomen van ESBLs is waargenomen, wat voor de mens belangrijk kan zijn omdat deze ESBL's ook infecties bij mensen kunnen
veroorzaken. De afname in resistentie lijkt in 2014 af te vlakken. Om verdere reductie van het voorkomen van ESBL's in de veehouderij te realiseren, is nader sectorspecifiek beleid nodig.
NethMap/MARAN-rapport
Het NethMap/MARAN-rapport is samengesteld door Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB), Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, Central Veterinary Institute (CVI), onderdeel van Wageningen UR, de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en de Stichting
Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa). NethMap verschijnt dit jaar voor de dertiende keer. Het is de vierde keer dat deze humane gegevens uit de NethMap gezamenlijk worden gepresenteerd met de veterinaire gegevens uit MARAN. MARAN monitort gebruik van en resistentie tegen antibiotica in de
dierensector al sinds 1998.
Delen op:
Deel deze pagina op Facebook
Deel deze pagina op Twitter
Deel deze pagina op LinkedIn