Zwem-ABC of SuperSpetters? Ik wil graag wifi!


Nationaal Onderzoek Zwemouders 2015

HIPPOLYTUSHOEF, 20150623 -- Je kind brengen naar zwemles en weer halen, het is een race tegen de klok. Maar wat blijkt uit het Nationaal Onderzoek Zwemouders? De meeste ouders (85%) blijven wachten en kijken dan graag naar het kind. En ook op facebook, want de zwemouder heeft een smartphone (92%) en is actief op social media (78%). Als men daarmee ook nog eens wordt geïnformeerd en de voortgang kan zien, hoor je de zwemouder niet klagen. En waar men minder mee bezig is? De methode van de zwemles. Zwem-ABC of SuperSpetters: 60% weet niet welk logo er op het diploma komt te staan.

De zwemles speelt een belangrijke rol in het leven van ouders met jonge kinderen. Gezien de gevaren van water, wil elke ouder een zwemveilig kind. Maar het leren zwemmen gaat niet van het ene op het andere moment en dus brengt menig zwemouder toch al gauw 1,5 jaar door in het zwembad. Maar wat weten we eigenlijk over deze zo belangrijke periode voor ouders en kinderen? Het vakblad ZwembadBranche vroeg ernaar in het Nationaal Onderzoek Zwemouders (NOZ). Wat vinden ouders belangrijk? Hoe wordt er met hen gecommuniceerd? En natuurlijk tot welk diploma verwacht men te gaan? Meer dan 6800 ouders gaven hun mening, hiermee is het NOZ het grootste onderzoek onder zwemouders.

Lekker dichtbij
Wat volgens Susanne Post (uitgever ZwembadBranche) nog meer opvalt, is dat ruim driekwart tevreden is over de voortgang van hun kind en maar weinig ouders stoppen bij het A-diploma (6%). "Het lijkt er dus niet op dat zwemouders ongeduldig zijn en kiezen voor de makkelijkste weg. Verder geeft het merendeel aan te stoppen bij B (51%), maar  toch nog zo’n 42% gaat voor het volledige Zwem-ABC. Hoewel het uiteraard beter zou zijn wanneer meer kinderen hun C-diploma halen, immers daarmee is een kind beter in staat zich ook te redden in een druk waterpark of wanneer het onverwachts in de sloot valt. De overige ouders (1%) kiezen voor het vorig jaar gelanceerde KNZB zwemdiploma SuperSpetters.”

Tevens werd gevraagd naar waar de zwemouder eigenlijk op let bij de keuze voor een zwemlesaanbieder. In tegenstelling tot vele andere keuzes van de moderne ouder, wordt de keuze voor zwemles meestal praktisch ingegeven. Zo’n 60% vindt de reisafstand doorslaggevend. Daarna volgt de manier van lesgeven met 40%. Het advies van een andere ouder weegt voor 18% mee en lesgeld speelt veel minder een rol (9%). Verder hechten de meeste zwemouders waarde aan de kwaliteit van de lesgevers en waarderen ze een frequente bijscholing.

Zwemouder anno 2015
Hoewel de zwemouder niet echt ontevreden overkomt, benadrukt Post dat dit zeker nog geen reden is om achterover te leunen. “Zwembaden kunnen ouders veel beter en meer betrekken bij de zwemles, vooral via social media. Het merendeel van de ouders is actief op social media (78%) en bijna elke ouder is in het bezit van een smartphone (92%). Alleen weet 65% van deze ouders niet eens of het zwembad iets met social media doet. Hier valt voor veel zwembaden dus nog wel winst te behalen. Website, social media en mobiele apps kunnen het gat snel en eenvoudig dichten. Daarmee kunnen ouders ook beter worden ondersteund bij het zelf oefenen met hun kind. En dit verhoogt natuurlijk ook weer de betrokkenheid van zwemouders en de voortgang van het kind.”



Noot voor redacties:

Het Nationaal Onderzoek Zwemouders is een initiatief van ZwembadBranche en Zwemouders. ZwembadBranche is naast een onafhankelijk vakblad een multimediaal en informatief platform voor de professionele zwembranche. Zwemouders is een platform op facebook waar ouders terecht kunnen met vragen over én tijdens de zwemles van hun kind. Zie voor meer informatie www.zwembadbranche.nl of http://issuu.com/vakbladen/docs/zbb49/8