ILT publiceert incidentmeldingen drones 2012-2014
Toename incidentmeldingen
Het aantal incidentmeldingen is gestegen van 8 in 2012 naar 27 in 2014. De toename van het aantal meldingen houdt verband met het toegenomen gebruik van drones. Deze toename is ook te zien in de stijgende lijn in aanvragen van project- en bedrijfsontheffingen door de jaren heen. Melders van incidenten zijn voornamelijk bemande luchtvaart en professionele dronegebruikers zelf. De incidentmeldingen worden onderverdeeld in eenzijdige (incidenten waarbij een luchtvaarttuig is betrokken) en tweezijdige incidenten (hierbij zijn meerdere luchtvaarttuigen betrokken).
Bij eenzijdige incidentmeldingen gaat het voornamelijk om beroepsmatige dronegebruikers. Bij 11 van de 13 eenzijdige incidenten in 2013 en 2014 is sprake van een crashlanding die plaatsvindt binnen de veiligheidszone van 150 m afstand tot mensen, bebouwing en wegen. De veiligheidszone lijkt dus zowel noodzakelijk als afdoende.
Sinds 2012 heeft de ILT 36 icidentmeldingen ontvangen waarbij meerdere luchtvaartuigen betrokken zijn. De meeste incidenten worden gemeld door general aviation en laagvliegend beroepsluchtvaart die bij het incident betrokken zijn. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om incidenten met recreatieve dronegebruikers.
Overtredingen
Sinds 1 juli 2013 riskeren bestuurders van drones die zich niet aan de regels houden een proces-verbaal van de politie. In 2013 en 2014 legt de politie 30 keer een proces-verbaal op. Het gaat dan om overtredingen zoals het vliegen zonder klaring van de plaatselijke luchtverkeersleiding, beroepsmatig vliegen zonder ontheffing, vliegen in de nacht of bij weinig zicht en vliegen boven mensen en bebouwing. Het aantal bekeuringen voor modelluchtvaartuigen/recreatieve dronegebruikers ligt aanzienlijk hoger dan voor beroepsmatige gebruikers.
Plaats in het luchtruim
De meeste incidenten vinden plaats in luchtruimklasse G waar geen toestemming van luchtverkeersleiding nodig is. Een risico is ook dat vliegers in een klein vliegtuig of helikopter zich soms niet realiseren dat modelvliegers tot 300 m boven grond of water mogen vliegen. Soms komt het ook voor dat vliegers van bemande vliegtuigen uit nieuwsgierigheid komen kijken naar een activiteit van een beroepsmatige dronevlieger. Omdat dronevliegers voorrang moeten verlenen aan andere luchtvaart, kan dat een verstoring van hun activiteiten opleveren en daarmee mogelijke risicovolle situaties.