Nieuwe dateringen voor de verspreiding van moderne mensen naar Europa.
Nieuwe dateringen voor de verspreiding van moderne mensen naar Europa.
02 juni 2015
Phorcus turbinatus schelpen
Nieuwe dateringen met behulp van de koolstof-14 methode laten zien dat moderne mensen minstens vanaf 45.900 jaar geleden in de Levant leefden en van daaruit Europa hebben gekoloniseerd. Het gebruik van geavanceerde gereedschappen is al voor de kolonisatie uitgevonden. Tot nu toe werd
aangenomen dat dit een `Europese' uitvinding was.
Een internationaal team onder leiding van onderzoekers van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig in samenwerking met wetenschappers van de Universiteiten Leiden, Groningen, Mainz, York en Cambridge zijn dit te weten gekomen door het dateren van schelpen van de
vindplaats Ksar `Akil in Libanon. De resultaten zijn deze week gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences.
Migratie volgen
Ksar `Akil is een van de weinige vindplaatsen waar menselijke fossielen direct in verband kunnen worden gebracht met geavanceerde werktuigen en ander archeologisch materiaal uit de oude steentijd (het paleolithicum). Soortgelijke werktuigen duiken kort daarna ook op verschillende plekken in
Europa op en zo is het mogelijk de migratie van deze mensen te volgen.
Vroegst bekende fossielen
De onderzoekers dateerden schelpen van de zeeslak Phorcus turbinatus, die door de bewoners van Ksar `Akil gegeten werden. Ze kwamen erachter dat de eerste moderne mensen daar al minimaal 45.900 jaar geleden aankwamen. Dit is eerder dan de vroegst bekende fossielen in Europa, die van tussen de
45.000 en 43.000 jaar geleden dateren. Dit duidt erop dat de Levant als een doorgang diende voor de verspreiding van onze voorouders die uit Afrika vertrokken en uiteindelijk Eurazie koloniseerden.
Kenmerken moderne mensen
De verspreiding van deze moderne mensen, die in gedrag en uiterlijk al erg op ons leken, gaat gepaard met veranderingen in de techniek en materialen die gebruikt werden om werktuigen te maken. Verder kenmerken de moderne mensen zich door gebruik van versieringen zoals kralen van schelp, bot en
ivoor en het gebruik op grote schaal van oker als rode kleurstof. De archeologie gebruikt deze veranderingen om de overgang van het Midden naar het Jong Palaeolithicum te definieren.
Nieuwe methode voor datering
In hun studie hebben de onderzoekers een nieuwe methode gebruikt om de kwaliteit van de gedateerde schelpen te evalueren. Zestien schelpen, die op basis van macroscopische en chemische criteria intact leken, zijn gedateerd. Met behulp van speciale methoden (onderzoek naar
sedimentveranderingen, zuurstofisotopen en modelleren van de C14 resultaten) is een nieuwe chronologie voor het begin van het Jong Palaeolithicum van Ksar 'Akil gemaakt.
Eerder dan tot nu toe gedacht
De resultaten geven aan dat jong palaeolithische moderne mensen meer dan 45.900 jaar geleden in de Levant aanwezig waren. Dit is eerder dan tot nu toe werd gedacht en maakt de Libanese fossielen ouder dan vergelijkbare fossielen in Europa. De nieuwe dateringen wijzen er op dat onze directe
voorouders vanuit de Levant Europa hebben gekoloniseerd.
Referentie: Bosch, M. et al.: New chronology for Ksar `Akil (Lebanon) supports Levantine route of modern human dispersal into Europe . Proc. Natl Acad. Sci. USA http://dx.doi.org/10.1073/pnas.1501529112 (2015). Doi: 10.1073/pnas.1501529112
Meer informatie
Prof. dr. ir. Johannes van der Plicht is leider van het C14 laboratorium van de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is hij buitengewoon hoogleraar isotopen-archeologie aan de Universiteit Leiden. Naast zijn werk op het gebied van C14 dateringen die gebruikt worden om de chronologie van
archeologische vindplaatsen te achterhalen, houdt hij zich ook bezig met stabiele isotopen analyses van stikstof en koolstof van fossiel bot. Dit helpt ons conclusies te trekken over paleodieet, migratie, klimaatsveranderingen en chronologie.
Telefoon: 050-3634730
email: j.van.der.plicht@rug.nl