Tijdens de crisis is de MKB-banenmotor vastgelopen, herstel verwacht..
29 mei. 2015
De bijdrage van het MKB aan de groei van de Nederlandse economie is in de loop der jaren afgenomen. Alleen het aandeel in het aantal bedrijven is iets toegenomen, wat vooral het gevolg is van een snel toenemend aantal ZZP-ers. Daar waar voorheen het MKB de banenmotor van Nederland was, is deze
motor in de periode 2008-2011 vastgelopen. In deze crisisjaren is zelfs sprake van een verlies aan banen in het MKB. Dit komt zowel door een negatief saldo van toe- en uittreding van bedrijven, als door een krimp van werkgelegenheid bij bestaande bedrijven. De crisis is bij het MKB veel harder
aangekomen dan bij het grootbedrijf. Hier kunnen diverse oorzaken voor aangewezen worden, zoals de terugval van de binnenlandse consumptie die voor het MKB relatief belangrijker is dan voor het grootbedrijf, en omdat het MKB meer moeite heeft om nieuwe investeringen te financieren. Naar
verwachting zal dit zich weer herstellen als de Nederlandse economie (flink) aantrekt. De bijdrage van het MKB aan de groei van de bruto toegevoegde waarde en de arbeidsproductiviteit is eveneens afgenomen; (groten)deels zal dit samenhangen met het toenemende aantal ZZP-ers. Dit en
onderstaande blijkt uit onderzoek van Panteia.
Economische bijdrage van het MKB blijft onverminderd groot
De aanwezigheid van het MKB in de Nederlandse economie blijft echter onverminderd groot. Vrijwel alle bedrijven in Nederland behoren tot het MKB, ofwel hebben minder dan 250 werkzame personen in dienst. Deze MKB-bedrijven zijn goed voor circa 64% van de werkgelegenheid (gemeten in
arbeidsjaren), 61% van de omzet en 59% van de bruto toegevoegde waarde in Nederland. Het veel geringere aantal van circa 2.500 grootbedrijven neemt dus ongeveer de andere 36-41% voor hun rekening. Het grootbedrijf kent een hogere arbeidsproductiviteit dan het MKB. Dit komt met name doordat het
MKB een lagere kapitaalintensiteit heeft dan het grootbedrijf.
Circa de helft van het MKB speelt een innovatieve rol
De helft van het Nederlandse MKB heeft in de drie voorafgaande jaren aan 2013 ten minste een innovatie gerealiseerd, waaronder 12% een radicale innovatie en 42% een productinnovatie. Het zijn met name dit soort innovaties die leiden tot een hogere productiviteit. Ook circa de helft van het MKB
investeert in innovatie in de vorm van tijd en middelen, en bijna de helft geeft aan dat voortdurend vernieuwen onderdeel is van de bedrijfsstrategie. Voor het MKB in de topsectoren liggen deze percentages op een hoger niveau.
R&D is goed voor meer dan alleen de private partij die het uitvoert
De empirie laat zien dat R&D-activiteiten leiden tot positieve kennisspillovers. De verspreiding van kennis die plaatsvindt zonder dat er sprake is van transacties tussen bedrijven leidt tot een totale kennistoename die groter is dan de private kennistoename door R&D-activiteiten. De
kennisspillovers van kleinere bedrijven lijken kleiner te zijn dan die van grote bedrijven, alhoewel hiernaar nauwelijks empirisch onderzoek is gedaan; meer onderzoek hiernaar is gewenst.