Onderzoek Rekenkamercommissie Schulddienstverlening afgerond


* 28 mei 2015

De Rekenkamercommissie (RKC) Haarlem heeft het onderzoek afgerond naar de schulddienstverlening van de gemeente Haarlem. Het onderzoek is uitgevoerd op verzoek van de gemeenteraad die wilde weten hoe het zit met de wachttijden en doorlooptijden in de schulddienstverlening. De RKC constateert
dat er geen sprake is van (lange) wachttijden. Burgers die zich aanmelden bij de schuldhulp kunnen, zodra zij een volledig dossier hebben, zich melden bij de consulent. De RKC ziet wel ruimte voor verbetering in de doorlooptijden bij de opeenvolgende fasen in de aanvraag.

De RKC heeft onderzocht welke factoren de wacht- en doorlooptijden in de schulddienstverlening beinvloeden en hoe de gemeente Haarlem scoort op deze factoren. Het onderzoek is een globale verkenning.

De RKC constateert dat er in absolute termen geen lange wachttijden zijn voor de schulddienstverlening. De RKC constateert dat er voor individuelen wel wachttijden kunnen ontstaan, omdat aan strikte criteria moet worden voldaan voordat iemand kan starten met een schuldhulpverleningstraject.
Alleen al de ingangseis dat de client moet beschikken over een volledige administratie kan belemmerend werken.
Na instroom wordt ongeveer de helft van de dossiers afgehandeld binnen de termijn die de branchevereniging daarvoor hanteert. Dit betekent dat er relatief gezien wel sprake is van lange doorlooptijden.

De RKC ziet ruimte voor verbetering van de schulddienstverlening, te beginnen met de toegangscriteria. De RKC adviseert de raad om deze criteria nog eens tegen het licht te houden en na te gaan hoe het percentage aanvragers dat aan de deur wordt afgewezen omlaag kan worden gebracht. Haarlem
wijkt hierin trouwens niet af van het landelijk beeld. Recent heeft de Tweede Kamer hiervoor bij de staatssecretaris aandacht gevraagd. De RKC vraagt ook meer begeleiding van de aanvragers tijdens het traject. Hierdoor kan de doorlooptijd worden verkort en wordt voorkomen dat clienten
voortijdig afhaken.

De resultaten van het onderzoek kunnen aanleiding zijn voor een diepergaand onderzoek. Bijvoorbeeld als de gemeenteraad behoefte heeft aan een nadere beoordeling van de specifieke fasen van het zogeheten minnelijk traject (waarbij betalingsafspraken worden gemaakt met schuldeisers), of aan een
verdere analyse van en vergelijking met voorbeelden uit andere steden.