Lagere kosten bij uitbreiding Sluis Eefde door grotere verantwoordelijkheid aannemer

27-05-2015

Rijkswaterstaat benut meer dan ooit de kennis, ervaringen en innovativiteit van de markt. Voor de uitbreiding van Sluis Eefde werken we met een zogeheten Design, Build, Finance and Maintain contract. Victor Roeling (contractmanager) en Richard van den Ancker (senior financieel adviseur) vertellen wat de nieuwe werkwijze betekent voor de markt, voor de omgeving en voor Rijkswaterstaat.

Start aanbesteding na de zomer

Op 22 september 2014 is het bestemmingsplan vastgesteld door de gemeenteraad van Lochem en het Projectplan Waterwet Waterstaatswerk door Rijkswaterstaat. Vanaf dat moment heeft het projectteam zich ten doel gesteld om de aanbesteding van de aannemer een jaar later te starten. `Wij richten ons er nu dus op om dit najaar de aankondiging te doen', vertelt Roeling. `Dat wil zeggen dat wij dan officieel bekendmaken dat we de opdracht om de tweede sluis te bouwen willen laten uitvoeren. Informeel is hier al langer contact over met marktpartijen. Dan kunnen zij daarmee al rekening houden. De contractstukken zijn overigens bijna gereed en worden de komende tijd intern getoetst door collega's buiten het projectteam.'

27 jaar onderhoud

Van den Ancker vult aan: `De uitbreiding van de sluis bij Eefde lijkt misschien een relatief klein project, maar door de gekozen nieuwe contractvorm heeft het toch een behoorlijke impact op bijvoorbeeld de inzet van capaciteit door de aannemer. Hij realiseert niet alleen onze plannen, maar maakt zelf het definitieve ontwerp en is na voltooiing (naar verwachting in 2020) 27 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud.'

Het contract dat voor de realisatie wordt voorbereid heet dan ook een `Design, Build, Finance and Maintain' (DBFM-) contract. Van den Ancker: `Kenmerkend voor een DBFM-contract is de manier waarop de betalingen gekoppeld zijn aan de goede werking van de infrastructuur. De opdrachtnemer (aannemers en financiers) moeten de bouw dan ook voorfinancieren. Rijkswaterstaat start met betalen nadat de tweede sluis in gebruik is genomen en de onderhoudstermijn start. De aannemer krijgt gedurende die 27 jaar alleen betaald als de sluis naar behoren functioneert. We kunnen die verantwoordelijkheid voor beschikbaarheid van de sluis nu echt bij hem neerleggen, omdat hij de sluis zelf ontwerpt.'

Slimmer en onderhoudsarm ontwerp

Rijkswaterstaat heeft inmiddels bij verschillende wegenprojecten goede ervaringen opgedaan met een DBFM-contract. Bijvoorbeeld bij de verbreding van de A12 Lunetten-Veenendaal. Voor de zogeheten `natte' projecten (vaarwegen, sluizen, etc.) is deze werkwijze nog nieuw. `Het principe van DBFM blijft echter hetzelfde', legt Roeling uit. `In feite wordt het belang om een goede sluis te bouwen voor de aannemer even groot als ons belang. Daardoor is de ervaring dat hij een slimmer en robuuster ontwerp maakt. Hierdoor zijn de totale kosten van aanleg en onderhoud lager dan bij traditionele contractvormen.'

Van den Ancker: `Hij zal interessante afwegingen moeten maken. Snel bouwen om sneller geld te krijgen hoeft niet perse de beste werkwijze voor hem te zijn. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Of een ander voorbeeld is de keuze van de sluisdeur. Er zijn deuren die nagenoeg geen onderhoud vergen. Maar die zijn natuurlijk wel een stuk duurder in aanschaf. De opdrachtnemer bepaalt de optimale levenscycluskosten binnen de contractperiode.'

Sneller gereed

De omgeving profiteert ook van deze werkwijze. Zo is de aannemer tijdens de werkzaamheden ook verantwoordelijk voor het functioneren van de huidige sluis. Indien daar stremmingen zijn, door zijn gekozen bouwmethode, krijgt hij minder betaald. En ook al verwachten we geen ondoordachte sprint met het bouwen, de ervaring leert dat het werk gemiddeld genomen met DBFM wel sneller wordt voltooid. En dat we de tweede sluis dus binnen een acceptabele tijd in gebruik kunnen nemen.

Definitief ontwerp

Roeling: `We merken echter ook wel wat onrust bij de omgeving. Het is soms lastig dat we nu nog geen definitief ontwerp kunnen laten zien. We hebben het afgelopen jaar bij alle betrokkenen geinventariseerd wat hun wensen zijn voor de tweede sluis. En ook het plan voor de inrichting van het landschap rond het sluizencomplex is tot stand gekomen samen met onder andere omwonenden en het waterschap. We kunnen ons goed voorstellen dat al deze partijen hun inspanningen nu terug willen zien in een definitief ontwerp. Dat is er dus nog niet. De wensen van de omgeving zijn vertaald in eisen of richtlijnen die we hebben verwerkt in het aanbestedingsdossier.'

Vrijheden aannemer

Geinteresseerde marktpartijen leveren onder andere een uitvoeringsplan en een ontwerp. Zij hebben daarbij vrije keuze voor de:

* fasering van aanleg en onderhoud

* technische oplossingen, zoals het type deuren (met als eis dat het geen hefdeuren mogen zijn)

* details van de engineering, passend binnen het bestemmingsplan

* uitvoeringsmethode

* bouwmaterialen

Roeling: `Maar nogmaals, we geven hiervoor wel richtlijnen mee. Bijvoorbeeld dat hinder zoveel mogelijk moet worden beperkt, dat het monumentale karakter moet worden behouden, dat de sluis volledig moet opgaan in de omgeving (ofwel een `onzichtbare' sluis) en dat er rond het complex gelegenheid moet zijn om te recreeren. De aannemer moet ook aantonen dat zijn ontwerp voldoet aan de eisen die wij stellen aan levensduur en kwaliteit. En dan heeft hij natuurlijk nog te maken met wettelijke regels op het gebied van veiligheid en vergunningen.'

Vooraf de puntjes op de i

Voordat Rijkswaterstaat daadwerkelijk een aannemer selecteert, vindt er nog een zogeheten dialoogfase plaats met maximaal drie marktpartijen. Deze fase is bedoeld om ervoor te zorgen dat we op een lijn zitten. Dat de marktpartijen alle informatie hebben en dat we elkaar begrijpen zodat ze een passend plan en ontwerp kunnen maken.

Van den Ancker: `Deze fase duurt relatief lang, maar als we niet voor de start de puntjes op de i zetten wordt de kans groter dat we tijdens de uitvoering tegen problemen of onduidelijkheden aan lopen. Dat is altijd duurder. Vooral voor de aannemer. En het levert bijna altijd vertragingen op. Overigens zijn we momenteel in gesprek met de marktpartijen hoe we deze fase nog efficienter kunnen inrichten en daardoor sneller kunnen afronden. Want ook deze voorbereidingen kosten alle betrokkenen natuurlijk geld.'

Planning

Als we inderdaad in het najaar van 2015 kunnen starten met de aanbesteding, dan is de verwachting dat we in de tweede helft van 2016 een aannemer hebben geselecteerd. Hij begint dan meteen met de voorbereidende werkzaamheden, zoals het aanvragen van vergunningen. Dan beginnen in 2017 de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden. Conform de huidige planning van Rijkswaterstaat varen in 2020 de eerste schepen door de nieuwe sluis.