UNESCO werelderfgoednominaties bekend
UNESCO werelderfgoednominaties bekend
22 mei 2015
Een internationale expertgroep heeft minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken geadviseerd de volgende vier erfgoederen te nomineren voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De bewindslieden hebben dit advies overgenomen.
Het betreft:
* Kolonien van Weldadigheid 2017 (transnationale, seriele nominatie, samen met Belgie)
* Nieuwe Hollandse Waterlinie 2018 (als uitbreiding van de Stelling van Amsterdam)
* Plantages van West Curac,ao 2019 (eventueel als uitbreiding van Willemstad)
* Romeinse Limes 2020 (uitbreiding van Frontiers of the Roman Empire; samen met Duitsland)
Foto van een van de gebouwen van de Kolonien van Weldadigheid in VeenhuizenDe genoemde jaren zijn de jaren van indiening. Dat is het jaar waarin een compleet nominatiedossier, inclusief een managementplan, in januari wordt aangeboden aan het Werelderfgoedcentrum in Parijs. In de zomer van het
jaar daarop neemt het UNESCO Werelderfgoedcomite een besluit over de voordracht.
Het belangrijkste criterium voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst is de universele waarde ofwel outstanding universal value van het potentiele werelderfgoed. De expertgroep Werelderfgoednominaties heeft de zeven ingediende rapportages geevalueerd en beoordeeld of de universele waarde op dit
moment overtuigend kan worden aangetoond. Bij deze beoordeling zijn ook de uitgangspunten van het rijksbeleid met betrekking tot werelderfgoednominaties betrokken.
Voorlopige lijst
In 2010 presenteerde de Commissie Herziening Voorlopige Lijst Werelderfgoed haar advies over welk erfgoed door het Koninkrijk der Nederlanden in de toekomst kan worden voorgedragen bij UNESCO voor een plaats op de Werelderfgoedlijst. Op basis van dit advies heeft de regering de Voorlopige
Lijst van Nederland vastgesteld en bij UNESCO ingediend. De Van Nellefabriek in Rotterdam is in juni 2014 op de Werelderfgoedlijst geplaatst.
De resterende kandidaten op de Voorlopige Lijst zijn de volgende:
* Bonaire National Marine Park
* Koninklijk Eise Eisinga Planetarium
* Kolonien van Weldadigheid (samen met Belgie)
* Nieuwe Hollandse Waterlinie (uitbreiding van de Stelling van Amsterdam)
* Plantagesysteem van West Curac,ao
* Romeinse Limes (samen met Duitsland: uitbreiding van de Frontiers of the Roman Empire, Verenigd Koninkrijk, Duitsland)
* Saba
* Sanatorium Zonnestraal (eventueel samen met Finland)
Nader onderzoek
Op grond van de rapportage van drie erfgoederen heeft de expertgroep geconcludeerd dat meer informatie nodig is om de universele waarde aan te tonen. Het gaat om:
* Bonaire National Marine Park
* Koninklijk Eise Eisinga Planetarium
* Sanatorium Zonnestraal
Omdat de universele waarde de noodzakelijke voorwaarde is voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst, betekent dit dat nu nog geen jaar van indiening kan worden geadviseerd.
De expertgroep is van mening dat in de rapportages van alle drie kandidaten wel voldoende argumenten aanwezig zijn waarmee de universele waarde uiteindelijk kan worden aangetoond en beveelt daarom aan dat deze kandidaten hun onderzoek voortzetten en over twee jaar, in 2017, opnieuw worden
beoordeeld. Daarmee wordt deze kandidaten binnen een overzienbare termijn perspectief geboden of een werelderfgoednominatie in de toekomst haalbaar is.
Saba heeft geen rapportage ingediend en is niet beoordeeld.