Studie naar de re-integratie van terroristische ex-gedetineerden
Studie naar de re-integratie van terroristische ex-gedetineerden
Laatste update:
22-05-2015 | 09:00
Nederland - Hoe re-integreren terroristische ex-gedetineerden na hun vrijlating en welke rol spelen politie en andere eerstelijnswerkers daarbij? Dat onderzochten Beatrice de Graaf en Daan Weggemans van de Universiteit Utrecht en Leiden in hun `exploratieve studie' Na de vrijlating.
Uit het onderzoek blijkt dat het re-integratieproces van ex-gedetineerden vaak niet soepel verloopt. Een deel van hen raakt juist sterker verbonden met radicale netwerken, doordat zij op de terroristenafdeling van de gevangenis in aanraking komen met andere terroristen. Hun gevoelens van
wantrouwen en wrok zijn toegenomen door hun aanhouding en detentie en na vrijlating lijkt hun status te zijn gegroeid.
Complexe rol
Als een ex-gedetineerde de gevangenis verlaat, is het de taak van de overheid om erop toe te zien dat die persoon niet langer een bedreiging voor de openbare orde of veiligheid vormt. Uit het onderzoek blijkt dat voor de politie, en met name de wijkagenten, een belangrijke maar complexe rol is
weggelegd in het re-integratieproces van ex-gedetineerden. De belangrijkste taak van de wijkagent is bijdragen aan de veiligheid in zijn wijk. Hij/zij kan dankzij zijn bekendheid in de wijk en zijn brede netwerk toezien op de trajecten van re-integratie en het voorkomen van recidive.
Wijkagent geen vliegende keep
Plaatsvervangend korpschef Ruud Bik: `De wijkagent is goed lokaal verankerd en kan zeker bijdragen aan re-integratie van ex-gedetineerden en daarmee aan de veiligheid in de wijk. Maar de wijkagent is geen `vliegende keep'; als het gaat om re-integratie van ex-gedetineerden is de politie niet
als eerste aan zet. Wel kan de wijkagent een verbindende rol vervullen tussen alle betrokken organisaties zoals de reclassering, jeugdzorg en de gemeenten.'
Betrokkenheid en inzet
Onderzoeker Beatrice de Graaf wijst op de complexiteit van de rol van de politie. `Gaan we actief in gesprek met ex-gedetineerden of monitoren we van een afstand. Uit onderzoek blijkt dat ex-gedetineerden zich vooral hun negatieve ervaring met de politie herinneren. Ze hebben dan ook vaak geen
enkele behoefte aan contact met de politie en de kans op een goed gesprek is dus zeer klein. Opvallend is wel dat uit het onderzoek blijkt dat individuele politiefunctionarissen hierop een uitzondering kunnen vormen.
Positieve invloed
Plaatsvervangend Korpschef Bik: `Uit verschillende interviews in het onderzoek blijkt dat wijkagenten een positieve invloed hebben op het re-integratietraject. Zij tonen een brede betrokkenheid en inzet en worden daarom breed geaccepteerd als gesprekspartner. Zij zijn de spil in de wijk en
vormen een cruciale verbinding tussen overheid en burger en tussen burgers onderling. Daarbij is maatwerk van groot belang, in het contact met ex-gedetineerden, maar ook in het contact met buurtbewoners van die ex-gedetineerden. Ik vind het een groot compliment aan de wijkagent die er vaak in
slaagt om ook een band te ontwikkelen met ex-gedetineerden die geen enkele behoefte aan contact met `de politie' hebben.