Minister niet overtuigend bij Raad van State
Raad van State buigt zich over Tracebesluit
De Stichting Leefomgeving heeft beroep ingesteld tegen het Tracebesluit Zuidelijke Ringweg. Deze week werd de zaak behandeld door de Raad van State tijdens een zitting die bijna 8 uur duurde.
Een groot aantal omwonenden en andere belanghebbenden troffen elkaar maandagochtend vroeg om hun zaak uiteen te zetten bij de drievoudige kamer van de Raad van State. De minister - in de persoon van mr. Gierveld - haalde in een vroeg stadium de eerste slag binnen door aan te voeren dat hij het laatste aanvullende beroepsschrift van de Stichting te laat had ontvangen, o.a. door de stellen "dat hij niet iedere dag zijn mail checkt". De Staatsraad ging daarin mee, en verweet de Stichting onvoldoende rekening te hebben gehouden met het Hemelvaartreces. Een opvallende motivatie, want de Stichting had zich keurig gehouden aan de termijn die de Staatsraad zelf in haar uitnodiging voor de zitting had genoemd. De Staatsraad had bij het vaststellen van de termijn ook zelf rekening kunnen houden met het Hemelvaartreces. Desondanks bleef de schade voor de Stichting beperkt, omdat de meeste beroepsgronden ook al in een eerder stadium waren aangevoerd.
Bovendien bleek de minister opvallend slecht voorbereid op de bezwaren die wel tijdig bekend waren. Op vragen van de Staatsraad over bijvoorbeeld de cijfermatige onderbouwing van de milieu-effecten werd soms aarzelend of helemaal niet gereageerd. Ook op bezwaren m.b.t. ecologie en verkeersveilgheid kon de minister niet adequaat reageren. De minister manoeuvreerde zich in een onmogelijke positie door stellig te beweren dat de Esperantospoorwegovergang in 2030 gesloten zal zijn, terwijl zij in de milieu- en verkeersonderzoeken wel rekening houdt met een fictieve wegverbinding op die plek. Het nam het beeld van een onzorgvuldig voorbereid besluit bepaald niet weg.
Opvallend was ook de laconieke toon in het verweer van de minister. Het moet de aanwezige deskundige van de gemeente toch pijn hebben gedaan toen de minister onomvloerst stelde dat 'het ministerie zich 0,0 hoeft aan te trekken' van afspraken die de gemeente met haar burgers maakt. Ook het gegeven dat de aannemer straks de vrijheid heeft om tot 4 meter af te wijken van het plan vond de minister niet erg bezwaarlijk. Zelfs op een directe vraag van de voorzitter van de Staatsraad over (het ontbreken van) rechtsbescherming voor omwonenden kwam een nonchalant antwoord.
Dat de Zuidelijke Ringweg een zeer uitgebreid en complex project is werd bevestigd door de duur van de zitting, die zelfs zonder volledige behandeling van het beroepsschrift van de Stichting tot in de vroege avond duurde. Het onderstreept het bezwaar van de Stichting tegen het besluit om het project als simpele wegverbreding onder de Crisis- en Herstelwet te schuiven. Het gevolg is een haastig besluit met zwakke onderbouwing, gebrekkige uitwerking en een mager resultaat.
Voor de minister zal de uitspraak van de Raad van State over de Zuidelijke Ringweg echter grotere betekenis hebben. Want als dit kan, kan alles.
bijgewerkt op: 21-05-2015