Kinderombudsman: zorg voor kwetsbare 18-jarigen moet beter
De Kinderombudsman roept op om passende maatregelen te treffen voor kwetsbare jongeren, die de leeftijd van achttien jaar bereiken. Naar schatting worden jaarlijks circa 6.000 jongeren met een kinderbeschermingsmaatregel volwassen. Ze mogen dan zelf beslissen of ze nog gebruik willen maken van hulp, terwijl ze vaak niet in staat zijn de gevolgen van hun eigen handelen te overzien. Kinderombudsman Marc Dullaert. "Om te voorkomen dat kwetsbare jongeren in een gat vallen, moeten we nu passende maatregelen nemen."
De Kinderombudsman trekt deze conclusies in zijn onderzoek Ik kan het (niet) zelf, dat vandaag wordt gepubliceerd. De Kinderombudsman heeft onderzoek gedaan naar het voortzetten van de jeugdhulp aan jongeren, die de leeftijd van achttien jaar bereiken. Aanleiding voor het onderzoek is de zaak Daniella, een twintigjarige vrouw die in juli 2013 om het leven kwam.
Het gaat om jongeren die jeugdhulp ontvangen en vaak niet in staat zijn zelfstandig te functioneren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld jongeren uit de residentiele jeugdzorg of een pleeggezin, jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, een psychische stoornis of zwerfjongeren. Ze krijgen vaak niet de juiste hulp, bijvoorbeeld omdat ze er niet voor openstaan en daar niet toe gedwongen kunnen worden. In andere gevallen ontbreekt een goede overdracht van de jeugdhulp naar de volwassenhulp, wat er toe leidt dat er geen hulp of onjuiste hulp geboden wordt.
Weinig aandacht
De Kinderombudsman signaleert dat deze problematiek van de continuering van hulp aan kwetsbare jongeren die 18 worden al lang bekend is en dat er de afgelopen jaren weinig vooruitgang is geboekt met het oplossen van de bekende knelpunten. Het Verweij Jonker instituut concludeerde in 2009 al dat er problemen zijn bij het voortzetten van de zorg aan deze kinderen. Dullaert: "Dat is zorgelijk. Zeker omdat het gaat om een groep kwetsbare jongeren die juist op het moment dat ze 18 worden passende begeleiding of hulp nodig heeft. Vanaf die leeftijd wordt verwacht dat ze zo zelfstandig mogelijk gaan functioneren, terwijl dit voor hen vaak een grote opgaaf is."
Indien deze kwetsbare jongeren na hun 18e niet de passende vervolghulp ontvangen, neemt de kans toe dat zij zwaardere problematiek ontwikkelen en op latere leeftijd een beroep doen op zwaardere (en duurdere) hulpverlening. Het gaat dan om maatschappelijke opvang, de opvang voor tienermoeders, de verslavingszorg of de schuldhulpverlening. Ook is veelgehoord dat deze groep zonder de passende vervolghulp eerder in aanraking komt met politie of justitie door het creeren van overlast of het plegen van strafbare feiten.
Aanbevelingen
De Kinderombudsman roept op om passende maatregen te treffen voor deze duizenden jongeren. Hij adviseert hulpverleners om in het zestiende levensjaar te starten met en het opstellen van een hulpvoortzettingsplan, waarin de hulpbehoefte van de jongere in kaart wordt gebracht. Ook adviseert hij om een grondige risicotaxatie uit te voeren om te beoordelen of de jongeren na zijn achttiende verjaardag in een veilige omgeving terecht komt.
De Kinderombudsman adviseert eveneens om - indien nodig - voor het achttiende jaar een bewindvoerder, mentor of curator aan te stellen. Tot slot adviseert de Kinderombudsman dat de overheid onderzoekt of een juridische maatregel ontwikkeld kan worden voor verplichte hulpverlening voor risicojongeren die 18 zijn geworden en geen hulp willen.