Burundi: geen klassiek bilateraal samenwerkingsprogramma bij derde a..


Datum: 21 mei 2015

De federale ministerraad heeft vandaag op voorstel van vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo een nieuwe lijst van partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking goedgekeurd. De ministerraad heeft beslist om Burundi als partnerland aan te houden.
Belgie wil zo solidair blijven met de Burundese bevolking. Bij een blijvende schending van het akkoord van Arusha zal ons land echter geen klassiek bilateraal samenwerkingsprogramma met de Burundese regering afsluiten.

In 2013 bedroegen de totale Belgische ODA-uitgaven in Burundi 47,4 miljoen euro waarvan 34,4 miljoen euro voor de gouvernementele samenwerking. Hiermee is Belgie de eerste bilaterale donor en derde donor in totaal, na de Wereldbank en de Europese Unie.

Net als in andere partnerlanden wil Belgie met de Burundese regering samenwerken om enerzijds de mensenrechtensituatie te verbeteren en anderzijds inclusieve en duurzame economische groei te bevorderen. De Belgische Ontwikkelingssamenwerking hanteert daarbij echter wel een
vooruitgangsperspectief. Landen die op deze twee domeinen stappen vooruit willen zetten, kunnen rekenen op ondersteuning. Indien het de verkeerde richting uitgaat, herbekijkt Belgie zijn samenwerking.

Belgie blijft bijzonder bezorgd over de situatie in Burundi, die ontstaan is na de aankondiging van de kandidatuur van president Nkurunziza voor een derde ambtstermijn. Het akkoord van Arusha is een belangrijke bron van stabiliteit en vormt de basis voor de ontwikkeling van Burundi. De
beslissing om een derde ambtstermijn te ambieren is een schending van het akkoord van Arusha en creeert een diepe verdeeldheid in de Burundese samenleving.

Meer dan 100.000 Burundezen zijn intussen al hun land ontvlucht. Ook zijn belangrijke schendingen van de mensenrechten gerapporteerd zoals het beperken van de vrijheid van meningsuiting en van de persvrijheid, geweld door politie en leger.

Belgie blijft in deze moeilijke periode solidair met de Burundese bevolking en spreekt zijn hoop uit dat president Nkurunziza alsnog afziet van een derde ambtstermijn. Een derde ambtstermijn zou een ernstige aantasting betekenen van de legitimiteit van de Burundese regering en zou de Belgische
regering in de onmogelijkheid stellen om, zoals voorzien, volgend jaar een Gemengde Commissie Ontwikkelingssamenwerking met Burundi te organiseren en een klassiek bilateraal samenwerkingsprogramma af te sluiten. In dat geval zal Belgie voor andere vormen van samenwerking kiezen en dit met een
dubbele doelstelling voor ogen: het verbeteren van het lot van de bevolking en het versterken van de democratische krachten.